Nederlands
Hete machineonderdelen en de aan‐
drijfkop/het aandrijfmechanisme niet
aanraken – kans op brandwonden!
In auto's: het motorapparaat tegen omvallen,
beschadiging en tegen het weglekken van ben‐
zine beveiligen.
2.3
Tanken
Benzine is bijzonder licht ontvlambaar
– uit de buurt blijven van open vuur –
geen benzine morsen – niet roken.
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is – de
benzine kan overstromen – brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien, zodat de
heersende overdruk zich langzaam kan afbou‐
wen en er geen benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde plek tan‐
ken. Als er benzine werd gemorst, het motorap‐
paraat direct schoonmaken – de kleding niet in
aanraking laten komen met de benzine, anders
direct andere kleding aantrekken.
Na het tanken de tankdop zo vast
mogelijk aandraaien.
Hierdoor wordt het risico verkleind dat de tank‐
dop door de motortrillingen losloopt en er ben‐
zine wegstroomt.
Op lekkages letten – als er benzine naar buiten
stroomt, de motor niet starten –levensgevaar
door verbranding!
2.4
Voor het starten
Het motorapparaat op technisch goede staat
controleren – het desbetreffende hoofdstuk in de
gebruiksaanwijzing in acht nemen:
– Het brandstofsysteem op lekkage controleren,
vooral de zichtbare onderdelen zoals bijv. de
tankdop, slangaansluitingen, hand-benzine‐
pomp (alleen bij motorapparaten met hand-
benzinepomp). Bij lekkages of beschadiging
de motor niet starten – brandgevaar! Het
apparaat voor de ingebruikneming door een
geautoriseerde dealer laten repareren
– De combinatie van snijgarnituur, bescherm‐
kap, handgreep en draagstel/draagriem moet
zijn goedgekeurd, alle onderdelen correct
gemonteerd
– De stopschakelaar moet gemakkelijk kunnen
worden ingedrukt
86
2 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek
– De chokeknop, de gashendelblokkering en de
gashendel moeten goed gangbaar zijn – de
gashendel moet automatisch in de stationaire
stand terugveren. Vanuit de standen g en <
van de chokeknop moet deze bij het gelijktijdig
indrukken van de gashendelblokkering en de
gashendel terugveren in de werkstandF
– Bougiesteker op vastzitten controleren –
bij een loszittende steker kunnen vonken ont‐
staan, hierdoor kan het vrijkomende benzine-
luchtmengsel ontbranden – brandgevaar!
– Snijgarnituur of aanbouwgereedschap: cor‐
recte montage: staat en vastzitten
– Veiligheidsinrichtingen (bijv. beschermkap
voor snijgarnituur, draaischotel) op beschadi‐
gingen, resp. slijtage controleren. Bescha‐
digde onderdelen vervangen. Het apparaat
niet met een beschadigde beschermkap of
een versleten draaischotel (als het opschrift en
de pijlen niet meer duidelijk zichtbaar zijn)
gebruiken
– Geen wijzigingen aan de bedieningselemen‐
ten en de veiligheidsinrichtingen aanbrengen
– De handgrepen moeten schoon en droog, vrij
van olie en vuil zijn – belangrijk voor een vei‐
lige bediening van het motorapparaat
– De draagriem en de handgreep(-grepen) over‐
eenkomstig de lichaamslengte instellen. Zie
hoofdstuk "Draagriem omdoen" – "Apparaat
uitbalanceren"
Het motorapparaat mag alleen in technisch
goede staat worden gebruikt – kans op ongeluk‐
ken!
Voor noodgevallen bij gebruik van draagriemen:
het snel loskoppelen en neerzetten van het
apparaat oefenen. Tijdens het oefenen het appa‐
raat niet op de grond gooien, om beschadigingen
te voorkomen.
2.5
Motor starten
Minstens op 3 m van de plek waar werd getankt
– niet in een afgesloten ruimte.
Alleen op een vlakke ondergrond, een stabiele
en veilige houding aannemen, het motorappa‐
raat goed vasthouden – het snijgarnituur mag
geen voorwerpen en ook de grond niet raken,
omdat dit tijdens het starten kan meedraaien.
Het motorapparaat wordt slechts door één per‐
soon bediend – geen andere personen binnen
een straal van 15 m dulden – ook niet tijdens het
starten – kans op letsel – door weggeslingerde
voorwerpen!
0458-430-9421-B