Dik Geurts Jannik Medium, Low Installationsvorschrift Seite 13

Verfügbare Sprachen

IN S TA LLA TIE H A N DLE ID IN G

Plaatsen met inmetselcassette (indien van toepassing):

Plaats de haard met inmetselcassette op een vloer met voldoende draagkracht.

Plaats de inmetselcassette voor een brandveilige muur.

Plaats, in geval van een brandbare muur, een 10 cm dikke brandveilige muur.

Plaats de inmetselcassette waterpas op de gewenste hoogte en zet deze vast met metalen ankers.

Zet bij een hoekmodel de trekstang vast aan de muur en stel deze.

Sluit het rookgaskanaal aan op de ring van de cassette.

De cassette is niet geschikt om een rookgaskanaal te dragen; deze moet zelfdragend zijn.

Gebruik onbrandbaar en hittebestendig materiaal volgens Eurobrandklasse A1 EN 13501-1 voor de boezem

(inclusief de bovenkant van de boezem), het materiaal in de boezem en de achterwand waartegen het toestel

wordt geplaatst. Zowel plaatmateriaal als steenachtige materialen zijn hiervoor mogelijk.

Indien de boezem van hittebestendige platen volgens Eurobrandklasse A1 EN 13501-1, zoals promafour,

promatect, nobranda e.d., gemaakt wordt, kunnen deze aan de cassette vastgezet worden.

Steenachtige materialen mogen niet op de cassette rusten; gebruik hiervoor een baksteenlatei met keramisch vilt.

Laat 6 mm ruimte tussen de cassette en de boezemwanden.

Bekleed de cassette met 6 cm hittebestendig isolatiemateriaal.

Houd rekening met het uitzetten van de cassette. Houd de cassette vrij van stucwerk.

De boezem mag aan de buitenzijde niet warmer worden dan 90 graden Celsius.

Breng, indien er sprake is van een brandbaar plafond, 30 cm onder het plafond in de boezem een brandwerende

plaat met daarop een 10 cm dikke warmte-isolerende laag aan.

Zet de haard voor de inmetselcassette.

Draai de stelpoten in en controleer of ze goed verstelbaar zijn. Er kan nog wat straalgrit aanwezig zijn.

Schuif de haard voorzichtig in het gat. Zorg dat er geen beschadigingen ontstaan.

Draai de stelpoten met de bijbehorende inbussleutel zodanig, dat de haard in de gewenste positie staat. Zorg dat

er onder de haard voldoende ruimte overblijft voor de toevoer van verbrandingslucht.

Maak een goede, luchtdichte afdichting tussen de haard en de rookgasafvoer.

Houd minimaal 10 mm ruimte tussen de haard en de cassette.

Plaats, indien van toepassing, de remkap voor de uitgang, de binnenbekledingsplaten in omgekeerde volgorde

weer terug en leg de keerplaat tegen de achterwand en op de profielen.

Plaats het kader indien deze los is meegeleverd.

Plaats, in geval van een brandbare vloer, een brandwerende vloerplaat voor de haard. De vloerplaat van

niet-brandbaar materiaal dient minimaal 300 mm voor de haard uit te steken en minimaal 300 mm breder te zijn

dan de haard.