14
FUNCTIE AUTO
(Schemersensor)
Dit systeem (indien aanwezig) schakelt
de koplampen automatische in/uit
op basis van het buitenlicht. Zet de
draaischakelaar van de hendel (A) op
de stand
afb. 14 of op de stand
AUTO afb. 13 (indien aanwezig).
DIMLICHT
Startinrichting op MAR en ring
van de hendel op
instrumentenpaneel gaat het
waarschuwingslampje
DAGRIJVERLICHTING
(DRL)
("Dagrijverlichting")
Startinrichting in de stand MAR
en hendelring (A) in
AUTO afb. 13, of
aanwezig).
14
MISTLAMPEN/
MISTACHTERLICHT
Gebruik de knop (A) afb. 15:
eerste druk: als het
dimlicht uit is, worden de
mistlampen en de stadslichten
ingeschakeld. Als het dimlicht is
ingeschakeld, worden alleen de
mistlampen ingeschakeld. Het
waarschuwingslampje op het
F1A0609
instrumentenpaneel gaat branden
tweede keer drukken:
inschakeling mistachterlichten,
het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel gaat branden
derde druk: als het dimlicht
is uitgeschakeld, worden de
mistlampen, de mistachterlichten
en de stadslichten uitgeschakeld.
Uitschakeling mistlamp als het
. Op het
dimlicht is ingeschakeld
vierde druk: als het dimlicht
branden.
is ingeschakeld, worden de
mistachterlichten uitgeschakeld.
afb. 12, of
afb. 14 (indien
15
PARKEERLICHTEN
Contactslot op de stand STOP of
sleutel weggehaald, hendelring (A)
afb. 14 eerst in stand
afb. 12, of
AUTO afb. 13, of
afb. 14 (indien
aanwezig) en daarna op
.
Op het instrumentenpaneel gaat het
waarschuwingslampje
branden.
"FOLLOW ME HOME"-
SYSTEEM
Inschakeling
Startinrichting op de stand STOP. Trek
aan de linkerhendel, zoals voor het
grootlichtsignaal; elke beweging van
de hendel komt overeen met toename
van 30 seconden van de vertraging
voor uitschakeling van de koplampen,
tot maximaal 210 seconden.
F1A0689