Inbedrijfstelling
1. De benzine en de 2-tact merkolie in een ge-
schikt reservoir conform de tabel gieten.
2. Beide delen grondig mengen.
Tabel voor brandstof-mengverhoudingen
Mengproces
50 delen benzine:
1 deel mengolie
2-tact mengolie
INBEDRIJFSTELLING
LET OP!
Voor inbedrijfstelling altijd een visuele in-
spectie uitvoeren.
Met een los zittend, beschadigd of versleten
snijmechanisme en/of bevestigingsonderde-
len mag het apparaat niet gebruikt worden.
De motor steeds gebruiken met bescherm-
plaat.
Altijd de meegeleverde gebruiksaanwijzing
van de motorfabrikant in acht nemen
Snij voor gebruik op beschadigingen of
scheuren, te vervangen als ze beschadigd of
versleten onderdelen met originele onderde-
len.
Motor starten
WAARSCHUWING!
De motor nooit in afgesloten ruimten la-
ten lopen. Vergiftigingsgevaar!
Snijdkoorden voor het starten inkorten tot op
13 cm, om de motor niet te overbelasten.
Neem de nationale voorschriften voor de ge-
bruiksduur in acht.
Instelling startklep (choke):
Afb. 10
CHOKE
Warme start
1. De onstekingsschakelaar in de stand "start"
plaatsen.
2. Chokehendel in de stand „RUN" zetten.
469706_b
Benzine
Mengolie
1 l
20 ml
3 l
60 ml
5 l
100 ml
RUN
3. De gashefboom vastnemen en de veiligheid
doordrukken.
4. Het startkoord maximaal 6 keer snel uittrek-
ken - de motor slaat aan. De gashendel hele-
maal aangedrukt houden totdat de motor rus-
tig loopt.
De motor springt niet aan
1. Chokehendel in de stand „RUN" zetten.
2. Startkoord 5 keer uittrekken.
De motor springt nog niet aan
1. 5 minuten wachten en aansluitend nogmaals
proberen met doorgedrukte gashefboom.
BEDIENING
De motor tijdens het trimmen en het snijden
steeds laten lopen in het bovenste toerentalge-
bied.
Veiligheidsvoorschriften
LET OP!
Neem de veiligheidsinstructies en waar-
schuwingen in deze documentatie en op
het product in acht.
LET OP!
Bij langere werken kan het door trillingen
tot storingen aan bloedvaten of van het
zenuwsysteem aan vingers, handen of
polsen komen. Slapende lichaamsdelen,
steken, pijn of huidveranderingen kun-
nen optreden. Wanneer een van deze
symptomen optreedt, laat u dan door
een arts onderzoeken!
Snijdkop en snijmes nooit hoger dan
kniehoogte houden als de machine in bedrijf
is.
Nooit op een gladde, glibberige heuvel of hel-
ling werken.
Bij hangmaaiwerkzaamheden steeds onder
de snijdmachine staan.
Het apparaat nooit gebruiken nabij gemakke-
lijk ontvlambare vloeistoffen of gassen - ex-
plosie- en/of brandgevaar!
Na contact met een vreemd voorwerp:
Motor uitschakelen.
De machine controleren op schade.
Personen, die niet vertrouwd zijn met de trim-
mer, moeten de omgang oefenen met uitge-
schakelde motor.
31