• Het apparaat start pas als de blenderkan correct op de motoreenheid
is vergrendeld.
• Gebruik het apparaat niet als het deksel niet juist is aangebracht.
MONTAGE EN PLAATSEN VAN DE KAN
Bevochtig de afdichtingsring (F3) (nog steeds geplaatst op het mes (F1)).
• Controleer dat de afdichtingsring correct op het mes zit.
• Plaats het mes onder in de kan (afb. 1).
• Plaats de sluitring en vergrendel deze door hem een kwartslag met de
klok mee te draaien (afb. 3).
• Zorg ervoor dat de sluitring correct is vergrendeld: de twee pijlen moeten
in één lijn zijn (afb. 3).
• Doe de ingrediënten in de in elkaar gezette kan zonder het aangegeven
maximum niveau te overschrijden:
* 1,5 L voor dikke mengsels
* 1,25 L voor vloeibare toebereidingen
Waarschuwing: Giet geen kokende vloeistoffen (met een hogere
temperatuur dan 80°C/176°F) in de kan.
• Plaats het deksel (F5) op de kan. Om het spetteren tijdens de bereiding
te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat de lipjes van het deksel in één
lijn zijn met het gietstuk en de handgreep (afb. 9). Plaats de maatdop
(F6) in de opening van het deksel (afb. 8).
HET APPARAAT VOOR HET EERST GEBRUIKEN
• Zodra de blenderkan correct is vergrendeld op de motor kunt u het
apparaat aansluiten. De lampjes van het apparaat branden 2 keer en u
hoort een piepje. Schakel het aan in de gewenste functie.
• Keuze van de snelheid: Draai de bedieningsknop (E) op de gewenste
snelheid; de snelheid neemt geleidelijk toe tussen min en max. De
intensiteit van het licht neemt gradueel in overeenstemming met de
snelheid toe. U kunt deze snelheid tijdens het gebruik indien gewenst
veranderen.
• "Puls" functie: Draai de bedieningsknop (E) naar de "puls" positie. Door
gebruik te maken van een reeks van pulsen, heeft u een betere controle
voor de nauwkeurige toebereiding. In deze stand start het apparaat
NL
41