Kapazitätsmessung; Temperaturmessung - VOLTCRAFT 12 32 40 Bedienungsanleitung

h) Kapazitätsmessung
Vergewissern Sie sich, dass alle zu messenden Schaltungsteile, Schaltungen
und Bauelemente sowie andere Messobjekte unbedingt spannungslos und ent-
laden sind.
Beachten Sie bei Elektrolyt-Kondensatoren unbedingt die Polarität.
- Schalten Sie das DMM ein und wählen den Messbereich „CAP"
- Stecken Sie die rote Messleitung in die V-Messbuchse (9), die
schwarze Messleitung in die COM-Messbuchse (8).
- In der Anzeige erscheint die Einheit „nF".
Aufgrund des empfindlichen Messeingangs kann es bei
„offenen" Messleitungen zu einer Wertanzeige im Dis-
play kommen. Dies beeinträchtigt die Messgenauigkeit
nicht.
- Verbinden Sie nun die beiden Messspitzen (rot = Pluspol/schwarz =
Minuspol) mit dem Messobjekt (Kondensator). Im Display wird nach
einer kurzen Zeit die Kapazität angezeigt. Warten Sie, bis sich die
Anzeige stabilisiert hat. Bei Kapazitäten >40 µF kann dies einige
Sekunden dauern.
- Sobald „OL" (für Overload = Überlauf) im Display erscheint, haben
Sie den Messbereich überschritten.
- Entfernen Sie nach Messende die Messleitungen vom Messobjekt und schalten Sie das DMM aus.
i) Temperaturmessung
Während der Temperaturmessung darf nur der Temperaturfühler der zu mes-
senden Temperatur ausgesetzt werden. Die Arbeitstemperatur des Messgerätes
darf nicht über oder unterschritten werden, da es sonst zu Messfehlern kommen
kann.
Der Kontakt-Temperaturfühler darf nur an spannungsfreien Oberflächen ver-
wendet werden.
Zur Temperaturmessung stehen Ihnen zwei Messfunktionen zur Verfügung. Die Messfunktion „Type-K"
zur Kontaktmessung mit dem beiliegenden K-Typ-Thermofühler oder die Messfunktion „IR" zur
berührungslosen Infrarot-Messung. Der IR-Messadapter ist optional erhältlich.
In beiden Messfunktionen können die Temperaturen in °C oder °F angezeigt werden.
18
Voor een contactmeting gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en selecteer het meetbereik „°C" of „°F" in de
meetfunctie „Type-K".
- Plaats de meegeleverde temperatuuropnemer met de juiste polari-
teit in de meegeleverde adapter. De miniatuurconnector van de K-
typesensor past alleen met de juiste polariteit in de adapter (+/-).
- Steek de adapter met de pluspool in de V-meetbus (9), het zwarte in
de COM-aansluiting (8).
- Op het display verschijnt de temperatuurwaarde met de overeen-
komstige eenheid. De meegeleverde draadvoeler is alleen geschikt
voor het gebied –30 tot +250°C.
- Van zodra er „OL." op het display verschijnt, overschreed u het
meetbereik. Klinkt er naast de indicatie „OL" een pieptoon, dan werd
een verkeerde sensor vastgesteld. Controleer de contacten.
- Verwijder na het meten de sensor en schakel de DMM uit.
Voor een contactloze IR-meting gaat u als volgt te werk:
Voor deze meting is een optionele IR-temperatuuradapter nodig.
Hou voor de bediening van de optionele IR-temperatuuradapter rekening met
de aanwijzingen in de handleiding van de adapter.
- Schakel de DMM in en selecteer het meetbereik „°C" of „°F"in de
meetfunctie „IR".
- Steek het rode meetsnoer van de optionele IR-adapter in de V-meet-
bus (9), het zwarte in de COM-aansluiting (8).
- Druk op de meettoets op de adapter en neem het meetobject in het
vizier. Op het display verschijnt de temperatuurwaarde met de over-
eenkomstige eenheid.
- Van zodra er „OL." op het display verschijnt, overschreed u het
meetbereik.
- Verwijder na het meten de IR-adapter en schakel de DMM uit.
103