Er stroomt alleen water, geen
koffie.
Koffie heeft geen "crème"
(schuimlaag).
De koffie is te "zuur".
De koffie is te "bitter".
De koffie smaakt 'verbrand'.
Melk/melkmixdranken zijn te
heet.
Melkschuim te grof, aan-
zuiging is luid.
Melk/melkmixdranken zijn te
koud.
Het apparaat geeft geen drank
af.
Een leeg bonenreservoir wordt
niet door het apparaat herkend.
De koffieschacht op de zet-
groep is verstopt.
De bonen vallen niet in het
maalwerk (te vette bonen).
De zetgroep is niet correct aan-
gebracht.
Koffiesoort niet geschikt.
De bonen zijn niet meer brand-
vers.
De maalfijnheid is niet afge-
stemd op de koffiebonen.
De maalfijnheid is te grof inge-
steld.
Koffiesoort niet geschikt.
De maalfijnheid is te fijn inge-
steld.
Koffiesoort niet geschikt.
De maalfijnheid is te fijn inge-
steld.
Koffiesoort niet geschikt.
Te weinig melk in het glas of
kopje.
Te veel melk in het glas of
kopje.
De melk in het glas of kopje is
te koud.
Er zit lucht in het waterfilter.
Wat te doen bij storingen? nl
Koffiebonen erin doen
Aanwijzing: het apparaat stelt zich bij
de volgende bereidingen in op de kof-
fiebonen.
Reinig de zetgroep. ~ "Zetgroep
reinigen" op pagina 121
Tik licht tegen het bonenreser-
voir.Gebruik eventueel een andere
soort koffie. Het bonenreservoir leeg-
maken en schoonvegen met een droge
doek.
De zetgroep helemaal naar achter
schuiven.
Gebruik een koffiesoort met een hoger
percentage robustabonen.
Verse bonen gebruiken.
De maalfijnheid fijner instellen.
Fijnere maalfijnheid instellen.
Een donkerder gebrande soort gebrui-
ken.
Grovere maalfijnheid instellen.
Een andere koffiesoort gebruiken.
Grovere maalfijnheid instellen.
Een andere koffiesoort gebruiken.
Meer melk gebruiken of de schuim-
duur aanpassen.
Minder melk gebruiken of de schuim-
duur aanpassen.
Lauwe melk gebruiken.
Het waterfilter net zo lang onderdom-
pelen in water tot er geen luchtbellen
meer ontsnappen. Het filter weer plaat-
sen.
Druk het waterfilter stevig en recht in
de reservoiraansluiting.
125