3.
Voer een naam in voor uw werkgroep, bijv. LAN-modules
gebouw A.
4.
Wanneer LAN-module en pc zich in hetzelfde lokale netwerk bevinden,
activeert u het veld werk in LAN net
Klik vervolgens op
het netwerk te zoeken (zie bladzijde 494.).
of
Deactiveer het veld werk in LAN net
toegang hebt tot de LAN-module.
IP-adres, TCP-port en HTTP-port worden door de Dynamische DNS server ter
beschikking gesteld.
Alle parameters kunnen ook handmatig in de tabel ingevoerd worden:
Z
– Naam van de installatie, bijv. LAN-module 1
– Serienummer en MAC adres van de LAN-module
– IP-adres (alleen actief wanneer u werk in LAN net geactiveerd hebt)
– TCP-port (alleen actief wanneer u werk in LAN net geactiveerd hebt)
– HTTP-port (alleen actief wanneer u werk in LAN net geactiveerd hebt)
De kolom „Internettoegang" wordt automatisch ingevuld.
Klik met de linker muisknop dubbel op web om de startpagina van het
administratiebereik van de LAN-module te openen.
Klik op
om uw instellingen op te slaan.
Z
Klik op
om de pagina te verlaten zonder de instellingen op te slaan.
Z
Klik op
om de internettoegang te configureren (zie bladzijde
Z
495).
.
om reeds voorhanden LAN-modules in
, wanneer u via het internet
NL
3.
4.
Abb. 66: Schakelprogramma's verzenden – LAN-module instellingen 2
493