Installatie
6.3.4
Menuniveau 3: opgave bedrijfsmodus
De installatie start altijd met een gedefinieerde bedrijfsmodus voor de
ruimtetemperatuur. Deze parameter kan worden geconfigureerd:
➤ Start de configuratiemodus (zie hoofdstuk „Starten en beëindigen
configuratiemodus" op pagina 97).
✓ Het digitale display (afb. 6 op pagina 5, pos. 5) geeft met het eerste
cijfer het menuniveau en met het tweede en derde cijfer de instelbare
parameter weer.
➤ Druk twee keer op de toets + (afb. 6 op pagina 5, pos. 6) om naar het
menuniveau 3 te gaan.
➤ Druk op de toets bedrijfsmodus (afb. 6 op pagina 5, pos. 4) om de
parameter te wijzigen.
✓ De in het digitale display weergegeven cijfers knipperen tot de inge-
voerde parameter wordt bevestigd.
➤ Selecteer met de toetsen + of – (afb. 6 op pagina 5, pos. 6 en 7) de
bedrijfsmodus waarmee de installatie moet starten:
Waarde
0
1
2
3
➤ Bevestig de invoer met de toets bedrijfsmodus (afb. 6 op pagina 5,
pos. 4).
✓ De ingestelde waarde wordt opgeslagen en bij herstart van de instal-
latie gebruikt.
✓ U bevindt zich nu weer in menuniveau 3 en kunt met de toetsen + of –
tussen de menuniveaus wisselen.
6.3.5
Menuniveau 4: fabrieksinstelling
De in de configuratiemodus instelbare parameters uit de menuniveaus
1–3 kunnen op de fabrieksinstellingen worden teruggezet:
➤ Start de configuratiemodus (zie hoofdstuk „Starten en beëindigen
configuratiemodus" op pagina 97).
✓ Het digitale display (afb. 6 op pagina 5, pos. 5) geeft met het eerste
cijfer het menuniveau en met het tweede en derde cijfer de instelbare
parameter weer.
➤ Druk drie keer op de toets + (afb. 6 op pagina 5, pos. 6) om naar het
menuniveau 4 te gaan.
✓ Het digitale display geeft
Bedrijfsmodus
Automatische modus
Bedrijfsmodus 1
Bedrijfsmodus 2
Bedrijfsmodus 3
weer.
--
CoolAir
99