de apparaten niet meer ge-
bruiken en vervangen.
Oplaadapparaat niet openen.
Bij schade of defect moet het
oplaadapparaat worden ver-
vangen.
Laadapparaat niet in een ex-
plosiegevaarlijke omgeving
gebruiken.
Neem de netstekker en de
contactdoos nooit met vochti-
ge handen vast.
Laadapparaat niet in vervuil-
de of natte toestand gebrui-
ken.
Geen batterijen (primaire cel-
len) opladen, explosiegevaar.
VOORZICHTIG
De netspanning moet over-
eenkomen met de spanning
die is vermeld op het type-
plaatje van het laadapparaat.
Laadapparaat uitsluitend
voor het opladen van goed-
gekeurde accupacks gebrui-
ken.
Het accupack mag alleen
worden geladen met het
meegeleverde originele op-
laadapparaat of met een door
KÄRCHER toegestaan op-
laadapparaat.
LET OP
Oplaadapparaat niet aan de
verbindingskabel dragen.
Verbindingskabel uit de buurt
houden van hittebronnen,
scherpe kanten, olie en be-
wegende apparaatonderde-
len.
Stekkervoeding niet afdek-
ken.
Vermijd verlengkabels met
verdeeldozen en het gelijktij-
dig gebruik van meerdere ap-
paraten.
Wikkel de verbindingskabel
niet om de stekkervoeding of
de accu-adapter om schade
te vermijden.
Symbolen op het
oplaadapparaat
Laadapparaat bescher-
men tegen vocht en
droog bewaren. Het ap-
paraat is uitsluitend ge-
schikt voor gebruik in
ruimten, het apparaat
mag niet aan regen
blootgesteld worden.
Het oplaadapparaat
heeft een ingebouwde
zekering van 1 ampère.
Het oplaadapparaat vol-
doet aan de eisen van de
beschermingsklasse II.
Veiligheidsinstructies
De veiligheidsinstructies die
bij de accupack worden gele-
verd, moeten absoluut wor-
den gelezen en in acht worden
genomen tijdens het gebruik!
– 9
NL
accupack
53