Parkside PAAP 12 B2 Originalbetriebsanleitung Seite 55

Opzetstukken van een verkeerde
grootte kunnen niet voldoende worden
afgeschermd of beheerst.
f) Opzetstukken met interne
schroefdraad moeten precies
passen op de schroefdraad van
de schuuras. Bij opzetstukken
die door middel van een flens
worden gemonteerd, moet de
diameter van het gat van de op-
zetstukken afgestemd zijn op de
diameter van de flens. Opzetstuk-
ken die niet precies op het elektrische
gereedschapswerktuig past, draaien
ongelijkmatig, trillen erg en kunnen de
controle over het gereedschapswerktuig
doen verliezen.
g) Gebruik geen beschadigde
opzetstukken. Controleer voor
elk gebruik opzetstukken zoals
schuurschijven op splinters en
barsten, schuurzolen op bars-
ten, slijtage of sterke materi-
aalafname, en draadborstels op
losse of gebroken draden. Als
het elektrische gereedschaps-
werktuig of het opzetstuk is
gevallen, controleer dan of het
niet beschadigd is, of gebruik
een onbeschadigd gereedschap.
Wanneer u de opzetstukken
hebt gecontroleerd en gemon-
teerd, gaat u en ook alle perso-
nen in de buurt, buiten de baan
van het roterende opzetstuk sta-
an en laat u het gereedschaps-
werktuig 1 minuut lang op het
hoogste toerental draaien. Be-
schadigde opzetstukken breken meestal
in deze testperiode.
h) Draag persoonlijke bescher-
mingsmiddelen. Gebruik naar-
gelang van de toepassing een
volledig vizier, een half vizier
of een veiligheidsbril. Draag
indien aangewezen een stof-
masker, gehoorbescherming,
beschermende handschoenen
of een speciaal schort, die u be-
schermen tegen kleine slijp- en
materiaaldeeltjes. De ogen moeten
worden beschermd tegen rondvliegende
vreemde voorwerpen die bij verschillen-
de toepassingen ontstaan. Een stof- of
ademhalingsmasker moet het stof filteren
dat ontstaat bij de toepassing. Als u
lange tijd bent blootgesteld aan luid
lawaai, kunt u gehoorverlies lijden.
i) Zorg ervoor dat andere perso-
nen op een veilige afstand tot
uw werkplek blijven. Iedereen
die de werkplek betreedt, moet
persoonlijke beschermingsmid-
delen dragen. Gebroken stukken
van het werkstuk of gebroken op-
zetstukken kunnen wegvliegen en ook
buiten de directe werkplek verwondin-
gen veroorzaken.
j) Houd het apparaat vast aan de
geïsoleerde grijpvlakken wan-
neer u werkzaamheden uitvoert
waarbij het gebruikte opzetstuk
verborgen elektrische leidingen
kan raken. Het contact met een
spanningvoerende leiding kan ook me-
talen onderdelen van het apparaat on-
der spanning zetten en een elektrische
schok veroorzaken.
k) Leg het elektrische ge-
reedschapswerktuig nooit neer
vooraleer het opzetstuk volledig
tot stilstand is gekomen. Het rote-
rende opzetstuk kan in contact komen
met het werkvlak waardoor u de cont-
role kunt verliezen over het elektrische
gereedschapswerktuig.
l) Laat het elektrische ge-
reedschapswerktuig niet draaien
NL BE
55