Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Obstakels Afzetten - Kärcher RLM 4 Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für RLM 4:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
LET OP!
Gevaar voor beschadi-
ging van de begren-
zingskabel
Als de begrenzingskabel
beschadigd of doorgesne-
den wordt is de overdracht
van de besturingssignalen
naar het apparaat niet
meer mogelijk. In dat geval
moet de begrenzingskabel
gerepareerd of vervangen
worden. Begrenzingska-
bels zijn verkrijgbaar bij
Kärcher.
■ Leg de begrenzingska-
bel altijd direct op de
grond. Bevestig hem in-
dien nodig met een ex-
tra gazonpen.
■ Bescherm de begren-
zingskabel bij het leg-
gen en tijdens de wer-
king tegen beschadigin-
gen.
■ Graaf en verticuteer niet
in de buurt van de be-
grenzingskabel.
1. Bevestig de begrenzingskabel met regelmati-
ge afstanden met gazonpennen of leg hem
ondergronds (max. 10 cm diep).
2. Begrenzingskabel om obstakels heen leggen:
zie Hoofdstuk 4.5.3 "Obstakels afzetten", pa-
gina 80.
3. Doorgangen tussen de afzonderlijke maaige-
bieden aanleggen: zie Hoofdstuk 4.5.4
"Doorgangen afzetten (01/h)", pagina 81.
4. Te grote stijgingen of dalingen afzetten: zie
Hoofdstuk 4.5.5 "Hellingen afzetten", pagi-
na 81.
80
5. Kabelreserves aanleggen: zie Hoofdstuk
4.5.6 "Kabelreserves aanleggen (07)", pagi-
na 81.
6. Sluit de begrenzingskabel na het leggen aan
op de aansluiting (03/b) van het laadstation:
zie Hoofdstuk 4.5.1 "Begrenzingskabel op
het laadstation aansluiten (03/b)", pagina 79.
4.5.3

Obstakels afzetten

Afhankelijk van de omgeving van het werkge-
deelte moet de begrenzingskabel met verschil-
lende afstanden t.o.v. de obstakels worden ge-
legd. Gebruik voor de bepaling van de juiste af-
stand de liniaal die van de verpakking afgehaald
kan worden.
OPMERKING
Afzettingen zijn alleen noodzakelijk als
ze door de stootsensoren van het appa-
raat niet kunnen worden herkend. Ver-
mijd te veel of onnodige afzettingen.
Niveauverschillen die kleiner zijn dan
6 cm, moeten worden uitgesloten, omdat
het apparaat anders schade kan veroor-
zaken.
Afstand t.o.v. muren, hekken, bloembedden:
min. 20 cm (01)
Het apparaat beweegt met een afstand naar bui-
ten van 20 cm langs de begrenzingskabel. Leg
daarom de begrenzingskabel met een afstand
van ten minste 20 cm t.o.v. muren, hekken of
bloembedden.
Afstand t.o.v. terrasranden en verharde
paden (05)
Als de rand van het terras of het pad hoger is dan
het gazon moet er een afstand van ten minste
20 cm aangehouden worden. Als de rand van het
terras of het pad op gelijke hoogte van het gazon
ligt kan de kabel precies op de rand worden ge-
legd.
Afstand van obstakels t.o.v. de
begrenzingskabel (01)
Als de begrenzingskabels van het obstakel weg
of naar het obstakel toe precies samenvallen,
d.w.z. met een afstand van 0 cm, beweegt het
apparaat over de begrenzingskabels heen. De
begrenzingskabels hierbij niet over elkaar heen
(02/c), maar evenwijdig leggen (01/e).
NL
RLM 4

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis