3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
3-1. Beoogd gebruik
Motorzagen
De motorzaag mag uitsluitend worden gebruikt voor
het zagen van hout in openlucht. Al naargelang de
motorzaagklasse geschikt voor volgende toepassingen:
-
midden- en professionele klasse: gebruik in dun,
middelmatig dik en dik hout, vellen, onttakken, inkorten,
uitdunnen van bossen.
-
hobbyklasse: occassioneel gebruik in dun hout,
onderhoud van fruitbomen, vellen, onttakken, inkorten.
Niet toegestane gebruikers
Personen die niet vertrouwd zijn met de handleiding,
kinderen, jongeren en personen onder invloed van alcohol,
drugs of medicijnen mogen het apparaat niet bedienen.
Nationale voorschriften kunnen het gebruik van het apparaat
beperken!
3-2. Algemene voorschriften
Om een veilig gebruik te garanderen moet degene die
-
het apparaat bedient altijd deze gebruiksaanwijzing
te lezen (zie afb. 2), om zich met de werking ervan
vertrouwd te maken. On vol doende geïnstrueerde
gebruikers kunnen zichzelf en ande ren door ondeskundig
gebruik in gevaar brengen.
-
De motorkettingzaag alleen uitlenen aan personen
metervaring in het gebruik van een motorkettingzaag. De
ge bruiks aanwijzing dient daarbij overhandigd te worden.
-
Nieuwe gebruikers moeten zich door de verkoper
laten instrueren, of een wettelijk erkende opleiding
volgen, om vertrouwd teraken met het zagen met een
motorkettingzaag.
-
Kinderen en jeugdige personen onder 18 jaar mogen de
motorkettingzaag niet gebruiken. Voor jeugdigen boven
16 jaar geldt dit verbod niet als zij in het kader van hun
opleiding onder toezicht staan van een vakman.
-
Het werken met de motorkettingzaag vereist een hoge
mate van concentratie.
-
Werk alleen in goede lichamelijke conditie. Ook
vermoeidheid kan onoplettendheid tot gevolg hebben.
Van begin tot eind van werkzaamheden is een zeer goede
concentratie vereist. Voer alle werkzaamheden rustig
en zorgvuldig uit. De gebruiker is verantwoordelijk ten
opzichte van derden.
-
Nooit onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen
werken (zie afb. 3).
-
Bij het werken in gemakkelijk ontbrandbare begroeiing en
bij droogte moet een brandblusser bij de hand zijn.
3-3. Persoonlijke beschermingsuitrusting
(zie afb. 4 & 5)
-
Om bij het zagen verwondingen aan hoofd, ogen,
handen of voeten en schade aan het gehoor te
vermijden moet dehierna omschreven beschermende
uitrusting en be scher mende kleding gedragen
worden.
-
De kleding moet doelmatig zijn, d.w.z. goed aansluitend,
maar mag niet hinderen. Draag geen sieraden of kleding
waarmee u achter takken of struiken kunt blijven haken.
Bij lang haar een haarnet dragen.
-
Bij alle werkzaamheden in het bos dient een
veiligheidshelm (1) te worden gedragen, voor
bescherming tegen vallende takken. De veiligheidshelm
moet regelmatig op beschadigingen gecontroleerd worden
en moet na maximaal 5 jaar vervangen worden. Alleen
goedgekeurde helmen gebruiken.
-
De gezichtsbeschermer (2) van de helm (alternatief:
veilig heidsbril) beschermt tegen wegspattende
zaagspaanders en houtsplinters. Om verwondingen
aan de ogen te voorkomen moet bij het werken met
de motorkettingzaag altijd oogbescher ming resp.
gezichtsbescherming gedragen worden.
-
Om gehoorschade te voorkomen moet geschikte
persoonlijke gehoorbescherming gedragen worden.
(Oorbeschermers (3), oordopjes, oorwatten etc.)
Octaafbandanalyse op aanvraag.
-
De bosbouw-veiligheidsjas (4) heeft signaalrode
schouder passen, is comfortabel in het dragen en
gemakkelijk in on der houd.
-
De bosbouw-veiligheidsbroek (5) bestaat uit diverse
lagen nylonweefsel en beschermt tegen snijwonden. Het
gebruik ervan wordt dringend aanbevolen.
-
Werkhandschoenen (6) van een zware kwaliteit leer
behoren tot de voorgeschreven uitrusting en moeten
bij het werken met de motorkettingzaag altijd gedragen
worden.
-
Bij het werken met de motorkettingzaag moeten
veilig heids schoenen of veiligheidslaarzen (7) met
profielzool, stalen neus en beenbeschermers gedragen
worden. Veilig heids schoeisel met een beschermende
inleg biedt bescher ming tegen snijverwondingen en
zorgen ervoor dat men stabiel staat.
-
Bij het zagen van droog hout kan stofontwikkeling
optreden. Draag een geschikt stofmasker.
3-4. Brandstoffen / tanken
-
Bij het aftanken van de motorkettingzaag moet de motor
worden uitgezet.
-
Roken en iedere vorm van open vuur zijn niet toegestaan
(zie afb. 6).
-
Laat de motor afkoelen alvorens te tanken.
-
Brandstoffen kunnen oplosmiddelachtige substanties
bevatten. Huid- en oogcontact met mineraalolieprodukten
vermijden. Draag bij het aftanken handschoenen.
Vervang en reinig beschermende kleding regelmatig.
Adem de brandstofdampen niet in. Het inademen van
motorbrandstofdampen kan lichamelijk letsel veroorzaken.
-
Mors geen brandstof of kettingolie. Als er toch brandstof
of olie gemorst is moet de motorkettingzaag direct
schoongemaakt worden. Zorg dat er geen brandstof op
uw kleding terechtkomt. Als dat toch gebeurt kleedt u dan
direct om.
-
Let erop dat er geen brandstof of kettingolie in de grond
wegloopt (bescherming van het milieu). Leg iets op de
grond ter bescherming.
-
Tank niet in afgesloten ruimten. Brandstofdampen
verzamelen zich op de bodem (explosiegevaar).
-
Sluit de tankdoppen van brandstof- en olietank goed.
-
Start de motorkettingzaag niet op dezelfde plek als waar
u getankt heeft (tenminste 3 meter verwijderd van de
tankplaats) (zie afb. 7).
-
Brandstof is niet onbeperkt houdbaar. Koop niet meer dan
u binnen een redelijke tijd zult gebruiken.
-
Vervoer en bewaar brandstof en kettingolie alleen in
goedgekeurde en gewaarmerkte jerrycans. Sla brandstof
en kettingolie zo op dat kinderen er niet bij kunnen.
3-5. Inbedrijfname
-
Werk niet alleen, in noodgevallen moet er iemand in
de buurt zijn (gehoorafstand).
-
Verzeker u ervan dat er zich geen kinderen of andere
personen binnen het werkbereik van de motorkettingzaag
bevinden. Let ook op dieren (zie afb. 8).
-
Controleer voor aanvang van de werkzaamheden
of de motorkettingzaag goed werkt en volgens
voorschrift be drijfs klaar is gemaakt.
Let vooral op of de kettingrem werkt, of de zaaggeleider
103