Vooral bij gassen bestaat het risico van een defect aan de leidingdrukregelaar. Indicatoren hiervoor zijn
ofwel geen gasdoorstroming na de drukregelaar ofwel een plotse toename van de tegendruk. Bij een defect
aan de drukregelaar dient het systeem onmiddellijk buiten gebruik te worden genomen.
Het verantwoordelijke onderhoudsbedrijf moet absoluut worden ingelicht. Nooit afb laasleidingen afsluiten.
2.3. VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE EXPLOITANT
EXPLOITANT
De exploitant is de persoon die het toestel zelf bedient voor commerciële of economische doeleinden of het
aan een derde overlaat voor gebruik/toepassing en de wettelijke productverantwoordelijkheid draagt voor
de bescherming van de gebruiker, het personeel of derden tijdens het gebruik.
PLICHTEN VAN DE EXPLOITANT
Het apparaat wordt in het commerciële bereik ingezet. De exploitant van het apparaat is dus onderworpen
aan de wettelijke voorschriften inzake arbeidsveiligheid.
Naast de veiligheidsinstructies in deze handleiding moeten de veiligheids-, ongevallenpreventie- en milieu-
beschermingsvoorschriften in acht worden genomen voor het toepassingsgebied van het apparaat.
DAARBIJ GELDT IN HET BIJZONDER HET VOLGENDE:
•
De exploitant moet zich op de hoogte stellen van de geldende arbeidsveiligheidsbepalingen en in een
gevarenbeoordeling bovendien de gevaren vaststellen die ontstaan door de speciale werkomstan-
digheden op de plaats van inzet van het apparaat. Hij dient deze om te zetten in de vorm van
gebruiksaanwijzingen voor de werking van het apparaat.
•
Tijdens de hele gebruiksduur van het apparaat dient de exploitant na te gaan of de door hem of haar
opgestelde gebruiksaanwijzingen overeenstemmen met de actuele wet- en regelgeving en dient hij of zij
deze zonodig aan te passen.
•
De exploitant moet de verantwoordelijkheden voor de installatie, de bediening, het verhelpen van de
storingen, het onderhoud en de reiniging duidelijk regelen en vastleggen.
•
De exploitant dient ervoor te zorgen dat alle personen die met het apparaat omgaan deze instructies
hebben gelezen en begrepen. Bovendien dient hij of zij het personeel op gezette tijden op te leiden en
voor te lichten over de gevaren.
•
De exploitant dient het personeel de nodige beschermingsmiddelen ter beschikking te stellen en bin-
dende instructies te geven over het dragen van de vereiste beschermingsmiddelen.
Bovendien is het de taak van de exploitant ervoor te zorgen dat de volledige technische betrouwbaarheid
van het systeem te allen tijde gewaarborgd is.
GELDT DERHALVE HET VOLGENDE:
•
De exploitant moet ervoor zorgen dat de in deze handleiding gespecifi ceerde onderhoudsintervallen
worden nageleefd.
•
De exploitant moet ervoor zorgen dat alle veiligheidsvoorzieningen regelmatig worden gecontroleerd op
functionele betrouwbaarheid en volledigheid.
2.4. VEREISTEN AAN HET PERSONEEL
2.4.1. KWALIFICATIES
De verschillende taken die in deze handleiding worden beschreven, stellen verschillende eisen aan de
kwalifi catie van de personen die met deze taken worden belast.
WAARSCHUWING!
•
Gevaar bij onvoldoende kwalifi catie van personen!
•
Onvoldoende gekwalifi ceerde personen kunnen de risico's bij de omgang met het apparaat niet inschat-
ten en stellen zichzelf en anderen bloot aan het risico van een ernstig of dodelijk letsel.
•
Alle werkzaamheden alleen laten uitvoeren door daarvoor gekwalifi ceerd personeel!
•
Onvoldoende gekwalifi ceerde personen uit de buurt van het werkgebied houden!
Voor alle werkzaamheden zijn alleen personen toegelaten van wie kan worden verwacht dat ze deze werk-
zaamheden op betrouwbare wijze kunnen uitvoeren. Personen van wie het reactievermogen is aangetast,
bijvoorbeeld door drugs, alcohol of geneesmiddelen, zijn niet toegestaan.
In deze handleiding worden de kwalifi caties van de hieronder vermelde personen voor de verschillende
taken benoemd:
207/390
NL