Spotmodus maaien/maaien
op vast punt
Met deze functie kunt u gazons, die an-
ders bedekt zouden zij n met zitmeubels,
speeltoestellen of iets dergelij ks, gericht
maaien.
1. Plaats de grasmaaier op het doelge-
bied van het gazon.
2. Open indien nodig het deksel (1).
3. Ontgrendel het display (10) met
de 4-cij ferige pin (fabrieksinstelling
"1111").
4. Druk op de OK-toets (7) om het hoofd-
menu te openen.
5. Selecteer met de pij ltoetsen (6) „Spot-
modus".
Het display geeft weer: „Sluit het dek-
sel om te starten".
6. Sluit het deksel (1) en de grasmaaier
begint op het vaste punt te maaien.
De grasmaaier draait tegen de klok
in en schakelt over naar „Automa-
tisch maaien" na een maaistraal van 1 m
of 3,5 minuut maaien.
Wanneer de grasmaaier een hindernis te-
genkomt, stopt de grasmaaier, geeft het
display aan dat het maaien is gestopt en
gaat de grasmaaier naar de stand-bymo-
dus.
Wanneer de grasmaaier de begrenzings-
kabel (11) raakt, maait hij verder in de te-
genovergestelde spiraalrichting.
Als de grasmaaier zich buiten de
begrenzingskabel (11) of op het
laadstation bevindt en u "Spotmodus" se-
lecteert, verschij nt op het display "Plaats
binnen de begrenzing en probeer het op-
nieuw". Zet de grasmaaier neer binnen de
begrenzingskabel (11) en naast het laad-
station en start de "Spotmodus" opnieuw.
Als het laadniveau van de batterij
minder dan 30 % bedraagt, toont
het display na 2 seconden „Lage batter-
ij spanning". Laad de grasmaaier op voor-
dat u het vaste punt kunt gaan maaien.
Datum en tij d instellen
1. Open indien nodig het deksel (1).
2. Ontgrendel het display (10) met
de 4-cij ferige pin (fabrieksinstelling
"1111").
3. Druk op de OK-toets (7) om het hoofd-
menu te openen.
4. Selecteer met de pij ltoetsen (6) „Instel-
ling".
5. Bevestig de selectie met de OK-toets
(7).
6. Selecteer met de pij ltoetsen (6) „Da-
tum & tij d".
7. Bevestig de selectie met de OK-toets
(7).
8. Wij zig de datum en tij d met de pij ltoet-
sen (6). Met de OK-toets (7) kan door
de afzonderlij ke posities worden gena-
vigeerd.
De datum en tij d moet correct inge-
steld zij n om ervoor te zorgen dat
de ingestelde bedrij fstij d correct functio-
neert.
Regensensor instellen
Laat de grasmaaier nooit
werken tij dens onweer en
koppel het laadstation los van het
stroomnet.
Als de regensensor is ingeschakeld, keert
de grasmaaier bij regen terug naar het
laadstation.
NL
BE
139