De accumonitor selecteert de huishoudaccu met de hoogste laadtoestand die moet worden gebruikt. Als de stroom
van een huishoudaccu minder dan 25 A bedraagt, selecteert de accumonitor de meest opgeladen secundaire accu
totdat de spanning daarvan 0,3 V lager is dan de spanning van de andere secundaire accu.
Als de spanning van een van de huishoudaccu's minder dan 11,2 V bedraagt, schakelt de accumonitor de
huishoudaccu's parallel en worden de andere aangesloten apparaten losgekoppeld zodra de spanning onder
10,5 V daalt.
Als de ontlaadstroom van de huishoudaccu's meer dan 25 A bedraagt en de laadtoestand van de huishoudaccu's
dezelfde is, schakelt de accumonitor de huishoudaccu's parallel tot de stroomsterkte lager is dan 20 A.
De accumonitor laadt de startaccu automatisch op wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
• De accuspanning van de startaccu is lager dan 12,5 V.
• De huishoudaccu's zijn volledig opgeladen.
• Er is een laadbron aangesloten op de accumonitor.
Het laadproces wordt gestopt zodra de startaccu volledig is opgeladen, de laadbron wordt uitgeschakeld of het vo-
ertuig wordt gestart.
Handmatige modus
Als de handmatige modus is geactiveerd, kan er worden geselecteerd welke huishoudaccu moet worden gebruikt.
De accumonitor bewaakt continu de bedrijfstemperatuur en de spanning tijdens het ontladen van de aangesloten
accu's. De selectie van de accu wordt beperkt door de accumonitor als de bedrijfstemperatuur te hoog is of de mini-
mumspanning van 10,5 V is onderschreden.
NL
177