2. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Deze machine is een tuingereedschap, meer bepaald een
grasmaaier met een zittende bediener en frontale snij-
inrichting.
De machine is voorzien van een motor, die de snij-inrichting
inschakelt, die wordt beschermd door een carter, en een
aandrijfgroep die de beweging doorgeeft aan de machine.
De machine heeft een knikbesturing. Dit betekent dat het
chassis is verdeeld in een voorste gedeelte en een achterste
gedeelte die ten opzichte van elkaar kunnen worden bestuurd.
De knikbesturing betekent dat de machine met een extreem
kleine draaicirkel rond bomen en andere obstakels kan rijden.
De machine is voorzien van achterwielaandrijving.
De b ediener k an d e m achine b edienen e n d e h oofdcommando's
inschakelen terwijl hij steeds op zijn plaats blijft zitten.
De veiligheidsvoorzieningen op de machine zorgen voor de
stillegging van de motor en van de snij-inrichting.
Beoogd gebruik en oneigenlijk gebruik
Deze machine is ontworpen en gebouwd voor het maaien
van gras in tuinen en grasvelden.
Het gebruik van bijzonder toebehoren, voorzien door de
Fabrikant als oorspronkelijke uitrusting of afzonderlijk aan te
kopen, staat toe dit werk uit te voeren volgens de verschillende
werkwijzen die in deze handleiding of in de instructies die met
het toebehoren geleverd worden, beschreven zijn.
Elk ander gebruik kan gevaarlijk zijn en kan persoonlijke
letsels en/of materiële schade veroorzaken.
De volgende situaties behoren tot het onjuist gebruik
(bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend):
• op de machine andere personen, kinderen of dieren
vervoeren;
• de machine gebruiken om ladingen trekken of duwen
zonder het gebruik van het daarvoor bestemde accessoires
voor het slepen;
• de maai-inrichting aanschakelen op zones zonder gras;
• de machine te gebruiken voor het verzamelen van
bladeren of afval;
• de machine gebruiken voor verplaatsingen op onstabiele,
gladde, ijzige, steenachtige of oneffen grond, plassen of
moerassen.
BELANGRIJK Onjuist gebruik brengt verval van zowel de
garantie als de aansprakelijkheid van de fabrikant teweeg waar-
door de gebruiker zelf verantwoordelijk is voor schade of letsel
die hijzelf of anderen oplopen.
BELANGRIJK De machine mag steeds slechts door een en-
kele bediener gebruikt worden.
BELANGRIJK De machine is niet goedgekeurd om op de
openbare weg te rijden. Ze mag (volgens het Wegverkeersre-
gelement) uitsluitend gebruikt worden op privé-terrein dat voor
verkeer gesloten is.
2.1. MACHINECOMPONENTEN (AFB. 1)
A. Chassis
B. Wielen
C. Stuur
D. Stoel
E.
Handmatige bedieningen
F. Pedaalbedieningen
G.
Hijspoelie
H. Motorkap
I. Brandstofpeilindicator
L. Brandstofvulpijp
M. Connector acculader
N.
Maaigroep
O. Houders met snelkoppeling
2.2. VEILIGHEIDSSIGNALERINGEN (AFB. 2)
LET OP
Duid gevaar aan. Is gewoonlijk
gecombineerd met andere signaleringen
die het gevaar aanduiden.
LET OP
Lees de handleiding zorgvuldig voordat
u de machine gebruikt.
LET OP
Let op voor eventuele verspreide
voorwerpen. Let op voor eventuele ter
plaatse aanwezige personen.
LET OP
Draag altijd een gehoorbescherming.
Risico voor uitwerping. Houd alle
personen buiten het werkgebied tijdens
het gebruik.
LET OP
Deze machine, met origineel
gemonteerde accessoires, kan werken
met een maximale helling van 10°
onafhankelijk de rijrichting.
Bandenspanning. Het etiket bevat
de optimale waarden van de
bandenspanning - zie hfdst. "0 TABEL
TECHNISCHE GEGEVENS". De correcte
bandenspanning is van essentieel belang
voor het behalen van goede resultaten bij
het gebruik van de machine.
BELANGRIJK Beschadigde of onleesbaar geworden labels
moeten vervangen worden. Vraag nieuwe labels aan uw eigen
geautoriseerd Dienstcentrum.
3. MONTAGE
BELANGRIJK De machine moet op een vlakke en solide on-
dergrond worden uitgepakt en gemonteerd, met voldoende be-
wegingsruimte voor machine en verpakking, en met behulp van
geschikte gereedschappen.
3.1. UITPAKKEN
1. Open de verpakking voorzichtig, let erop geen onderdelen
te verliezen.
2. Raadpleeg de documentatie in de doos, inclusief deze
gebruiksaanwijzingen.
3. Haal alle onderdelen die niet gemonteerd zijn uit de doos.
4. Haal de machine uit de verpakking, met de volgende
voorzorgsmaatregelen:
- plaats de hendel voor de ontgrendeling van de achterste
overbrenging in de ontgrendelde positie (par. 4) (voor
modellen met hydrostatische overbrenging).
- Haal de machine van het basispallet.
3.2. MONTAGE VAN DE MOTORKAP
Zie afbeelding 3.
NL - 3