Nederlands
Gebruiksvoorschriften
Gedurende de eerste bedrijfsuren
Het nieuwe apparaat tot aan de derde
tankvulling niet onbelast met hoge
toerentallen laten draaien, om te
voorkomen dat er tijdens de inloopfase
extra belasting optreedt. Gedurende de
inloopfase moeten de bewegende delen
op elkaar inlopen – in de motor heerst
een verhoogde wrijvingsweerstand. De
motor levert zijn maximale vermogen
pas na 5 tot 15 tankvullingen.
Tijdens de werkzaamheden
De motor nog even stationair laten
draaien als hij voordien lange tijd onder
vollast heeft gedraaid, tot de meeste
warmte door de koelluchtstroom is
afgevoerd, dit om te voorkomen dat de
componenten op de motor
(ontstekingssysteem, carburateur) door
warmteophoping te zwaar worden
belast.
Na het werk
Als het werk even wordt onderbroken:
De motor laten afkoelen. Het apparaat
met gevulde benzinetank op een droge
plaats, niet in de buurt van
ontstekingsbronnen, opbergen tot het
moment dat het apparaat weer wordt
gebruikt. Bij langdurige stilstand -
zie hoofdstuk „Apparaat opslaan".
118
Luchtfilter reinigen
2
1
Vervuilde luchtfilters doen het motor-
vermogen afnemen, verhogen het
brandstofverbruik en bemoeilijken het
starten
Als het motorvermogen merkbaar
afneemt
:
Chokeknop in stand g plaatsen
1 = lip indrukken en
2 = filterdeksel wegklappen
:
Verwijder grof vuil rondom het filter
4
3
3 = Verwijder het vilten filter
:
Vilten filter vervangen! –
In geval van nood het filter
uitkloppen of uitblazen –
niet uitwassen!
Beschadigde onderdelen moeten
worden vervangen!
3 = het vilten filter in het
4 = filterhuis plaatsen
:
Het filterdeksel sluiten en in de
vergrendeling drukken.
FS 55