TIPS EN AANBEVELINGEN!
•
Er kunnen opslaginstructies op de pakketten staan die verder gaan dan de hier vermelde vereisten.
Neem deze dienovereenkomstig in acht.
6. INSTALLATIE EN EERSTE INGEBRUIKNAME
6.1. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE EN EERSTE
INBEDRIJFSTELLING
PERSONEEL
De installatie en eerste ingebruikname mag uitsluitend door gekwalifi ceerd personeel worden uitgevoerd.
6.2. VOORBEREIDINGEN
UITPAKKEN
•
De componenten moeten voorzichtig en behoedzaam worden uitgepakt.
•
Extra verpakkingsmaterialen ook verwijderen.
•
Alle componenten onderzoeken op eventuele transportschade.
ONTLASTEN
•
Ontlast de gasdruk eventueel in bestaande installaties, indien nodig spoelen met inert gas.
•
Scheid de pijpleiding in eventueel bestaande installaties met speciaal gereedschap zodat spanen worden
vermeden.
•
Zorg ervoor dat de verbindingsstukken in perfecte staat zijn en schoon zijn.
6.3. INSTALLATIE
De leidingdrukregelaar wordt gewoonlijk gemonteerd met knelkoppelingen. Eerst worden de afsluitdop-
pen van de aansluitingen verwijderd. Voer de montage uit door de pijpleiding volledig in de knelkoppeling
te steken. Draai vervolgens de wartelmoer met de hand vast en draai hem vast met een vorkmoersleutel
(eerste installatie 1 1/4 slag voor buisleidingen groter dan 1/8 inch en 3/4 slag voor buisleidingen van 1/8 inch
of kleiner, herinstallatie 1/4 slag voor alle buisleidingen). De afb laasleiding wordt op dezelfde manier aan de
afb laasklep aangesloten.De leidingdrukregelaar is verkrijgbaar met een maximale uitgangsdruk van 15 bar
met slangtule. Door de kegelvormige vorm van de tule kan de slang gemakkelijk worden bevestigd.
6.4. VOORWAARDE VOOR EERSTE INBEDRIJFSTELLING
•
De testrapporten van de leidingsystemen met betrekking tot de dichtheid, indien vereist ook vocht en
deeltjes, zijn beschikbaar.
•
In de procesgasleiding zit alleen standaard gas (zie hoofdstuk 1.2).
•
De inbedrijfstelling mag alleen worden uitgevoerd door geïnstrueerd en gekwalifi ceerd personeel.
•
Beschermende kleding dient te worden gedragen in overeenstemming met de voorschriften.
•
Controleer vóór de eerste inbedrijfstelling aan de hand van het typeplaatje of de huidige leidingdrukrege-
laar geschikt is voor het beoogde gebruik (gas, druk, materiaal, enz.).
6.5. EERSTE INGEBRUIKNAME
•
Aan alle voorwaarden is voldaan overeenkomstig punt 6.4
•
De leidingdrukregelaar is ontspannen (gesloten), d.w.z. het handwiel is helemaal uitgedraaid (naar links)
WAARSCHUWING!
•
Er dient absoluut op gelet te worden dat de klep niet onder een hogere druk komt dan de toegestane
bedrijfsdruk.
6.5.1. VULLEN VAN DE PROCESGASLEIDING MET PROCESGAS
Gewenste uitgangsdruk instellen door langzaam met de klok mee aan het handwiel van de drukregelaar te
draaien.
De leidingdrukregelaar is nu in bedrijf. Het wordt aangeraden de drukregelaar dagelijks te bekijken en de
druk te controleren.
6.5.2. BUITENBEDRIJFSTELLING VAN DE INSTALLATIE
• Door het draaien van het handwiel van de drukregelaar tegen de wijzers van de klok in de fl esdrukregelaar
sluiten. Pijpleiding drukloos zetten!
De leidingdrukregelaar is nu buiten bedrijf. Er kunnen nu reparatie- en onderhoudswerkzaamheden worden
uitgevoerd.
167/298
NL