15.3.5. Dynamic Range Control
Dynamic Range Control (DRC) is nuttig voor rustige gedeelten van een
radioprogramma en in lawaaierige omgevingen. De zender legt het DRC-niveau van
de radiotransmissie vast. Met behulp van de functie Dynamic Range Control kunt u
het voor u optimale niveau instellen.
•
DRC uit: DRC is uitgeschakeld. Het DRC-niveau van de radiotransmissie wordt
niet gebruikt.
•
DRC laag: Het DRC-niveau wordt ingesteld op de helft van het uitgezonden
niveau.
•
DRC hoog: Het totale DRC-niveau is ingesteld.
15.3.6. Zendervolgorde
Onder ZENDERVOLGORDE kunt u instellen in welke sorteervolgorde de
zenders worden weergegeven:
ALFANUMERIEK
•
De zenders worden weergegeven in alfabetische en numerieke volgorde.
GEHEEL
•
De zenders worden gesorteerd aan de hand van het DAB-ensemble waarvan ze
deel uitmaken.
16. Naar FM-radio luisteren
Met de modus FM RADIO kunt u analoge radiozenders afspelen. Voorwaarde
hiervoor is een goede ontvangst via de geïntegreerde telescoopantenne van het
apparaat. Stel de antenne handmatig af voor een zo goed mogelijke ontvangst.
Als u naar FM-radio wilt luisteren, selecteert u in het hoofdmenu de functie FM
RADIO en bevestigt u met OK op de afstandsbediening of drukt u op de toets
MODE en selecteert u met de draaiknop NAV/OK de optie FM en bevestigt u
met de toets OK.
Op het display verschijnen de volgende gegevens:
•
Zendernaam (bij RDS-ontvangst) / frequentieweergave
•
Tijd
•
FM-signaalsterkte
•
FM-stereo-ontvangst
•
RDS-ontvangst
Door meermaals indrukken van de toets INFO op de afstandsbediening of de toets
INFO op het apparaat wordt aanvullende informatie weergegeven:
•
Genre
•
Frequentie
•
Actuele datum
•
PTY-informatie
•
Radiotekst
160