4.5 Uitschakelen van het product
● Druk op de aan-/uit-schakelaar om het product uit te
schakelen.
4.6 Na gebruik
1
Schakel het product uit en wacht tot alle bewegende
onderdelen volledig tot stilstand zijn gekomen
voordat u het product weglegt.
2
Verwijder de accu.
3
Plaats de zaagbladbeschermer op het zaagblad.
4
Schakel de kettingrem in.
5
Laat het product volledig afkoelen.
6
Reinig de zichtbare delen van de kettingrem.
4.7 Basis-werktechniek
4.7.1 Zagen met een trekkende zaagketting
Zaag indien mogelijk altijd met een trekkende zaagketting.
Bij het zagen met een trekkende zaagketting trekt de
zaagketting het product naar voren, van de gebruiker af. De
voorrand van het product heeft steun en neemt de kracht
van het hout dat wordt gezaagd op.
4.7.2 Zagen met een duwende zaagketting
Bij het zagen met een duwende zaagketting drukt de
zaagketting het product achteruit, naar de gebruiker toe.
WAARSCHUWING! Als de geleider vast komt te zitten,
kan het product met grote kracht achterwaarts richting de
gebruiker worden gedrukt. De punt van het zaagblad kan in
contact met het hout komen, wat terugslag veroorzaakt.
4.8 Kappen van bomen
4.8.1 Voorbereiding vóór het kappen van bomen
● Controleer of er geen mensen of dieren in het
werkgebied aanwezig zijn. Het werkgebied strekt zich
2,5 boomhoogte uit rond de te kappen boom.
● Plan en maak een vluchtroute vrij alvorens te beginnen
met zagen. De vluchtroute moet schuin naar achteren/
naar buiten toe lopen ten opzichte van de verwachte
valrichting van de boom.
● Controleer of er geen voorwerpen aanwezig zijn die een
struikelgevaar kunnen vormen.
2022_001
● Controleer of de dichtstbijzijnde werkplek minimaal
2,5 boomhoogte van de te kappen boom verwijderd is.
4.8.2 Kappen van bomen
1
Maak een richtsnede over ongeveer 1/3 van de
diameter van de boomstam, aan de kant waar de
boom heen moet vallen.
2
Maak een kapsnede vanaf de andere kant. Maak de
kapsnede 3-5 boven de eerste snede. Zaag niet
helemaal door de boomstam heen. Het resterende
hout bepaalt de valrichting van de boom.
3
Blijf altijd naast de boom staan die wordt gekapt.
4.8.3 Op de grond liggende gezaagde stukken
stam
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de zaagketting
geen contact met de grond of een vast voorwerp maakt.
1
Zaag de stam (A) voor de helft door.
2
Draai de stam om (B) en zaag vanaf de andere kant
(C). (Afbeelding 13)
4.8.4 Zagen van ondersteunde stammen
Ondersteun zo mogelijk de stam bij het zagen.
1
Zaag van bovenaf tot 1/3 van de stamdiameter bij (A).
2
Zaag de rest van de stam van onderaf.
3
Zaag van onderaf tot 1/3 van de stamdiameter bij (B).
4
Zaag de rest van de stam van bovenaf door.
(Afbeelding 14)
WAARSCHUWING! Zaag geen hout dat onder
spanning staat. Als het hout splijtingen vertoont of als het
zaagblad vast komt te zitten, bestaat het risico op ernstig
persoonlijk letsel.
4.8.5 Afzagen van takken
LET OP! Zaag uitstekende takken altijd eerst af.
1
Ga aan de andere kant van de boom staan ten
opzichte van de tak die wordt afgezaagd.
95