NORAUTO DX AV-212DBT Hinweise Zur Bedienung Seite 14

aanpassingen kan uitvoeren.
NL
18. Voor elke loskoppeling het volgende nagaan:
- Of het apparaat en zijn elementen niet beschadigd zijn. Als het apparaat is
beschadigd, gebruik het dan niet en stuur het terug naar de verkoper voor
inspectie en herstelling.
- Of de spanning aangegeven op het identificatieplaatje van het apparaat wel
overeenkomt met deze van uw voertuig.
19. Demonteer het apparaat niet zelf. Elke demontage, herstelling, inspectie mag alleen
door een ervaren persoon worden uitgevoerd.
20. De autoradio mag alleen worden gebruikt met voertuigen uitgerust met een systeem
met een spanning van DC 12 V. Sluit het apparaat niet aan op andere systemen (DC
6 V, DC 24 V enz.).
21. De wetten van uw land kunnen het gebruik van dit apparaat beperken tijdens het
rijden en elk misbruik bestraffen; Gebruik dit apparaat dus met naleving van de
wetgeving en de verkeersreglementen.
22. Gebruik het apparaat niet als geen veilige rijomstandigheden verenigd zijn (slecht
weer, gevaarlijke wegen, druk en hectisch verkeer enz.)
23. Let goed op bij het gebruik van dit apparaat tijdens het rijden. Zorg dat u niet
verstrooid of verward bent als u dit apparaat gebruikt tijdens het rijden. Een gebrek
aan concentratie kan een ongeval veroorzaken. Vergeet niet dat u meester bent van
en verantwoordelijk voor het voertuig dat u bestuurt.
24. Gebruik het geluidsvolume op een aanvaardbaar niveau; een hoog volumeniveau
kan u beletten omgevings- en verkeersgeluiden te horen, wat een ongevalrisico kan
inhouden.
25. Een lange blootstelling aan een hoog volume (in het bijzonder met een koptelefoon)
kan uw gehoor beschadigen; Vermijd het geluidsvolume te hoog te zetten en stel u
niet te lang bloot aan het geluid.
INSTALLATIEHANDLEIDING
1. Het apparaat is ontworpen voor gebruik met 12 V gelijkstroom. Voordat u het
apparaat installeert, moet u controleren of uw voertuig een 12 V-voeding heeft met
de minpool naar de aarding.
2. De minpool van de batterij moet worden losgekoppeld voordat het apparaat wordt
aangesloten. Dit verkleint de kans op beschadiging van het apparaat door een
onbedoelde kortsluiting.
3. Controleer of het apparaat correct is aangesloten volgens de gekleurde kabels op
basis van het bedradingsschema. Een verkeerde verbinding van de bedrading kan
storingen in het apparaat of schade aan het elektrische systeem van het voertuig
veroorzaken.
4. Vergeet niet de luidsprekerkabel die gemarkeerd is met (-) aan te sluiten op de (-)
aansluiting. Verbind de linker en rechter luidsprekerkabels nooit met elkaar of met de
carrosserie.
5. Bedek de ventilatieopeningen van het apparaat niet. Als u deze blokkeert, zal de
temperatuur in het apparaat stijgen, wat het apparaat kan beschadigen of brand kan
veroorzaken.
6. Dit apparaat kan de digitale geluidsbestandsindelingen MP3 en WMA afspelen.
7. Probeer het apparaat niet te repareren. Wijzigingen aan het apparaat kunnen
storingen veroorzaken of het apparaat beschadigen.
8. Stop het voertuig voordat u een handeling uitvoert die van invloed kan zijn op de
besturing.
14