Voor model DS4011, DS5000
LET OP:
Verander de draairichting alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is
gekomen. Als u deze verandert voordat het gereed-
schap tot stilstand is gekomen, kan het gereedschap
worden beschadigd.
► Fig.2: 1. Linksom 2. Trekkerschakelaar
3. Rechtsom
De schakelaar is voor twee draairichtingen, linksom en
rechtsom. Om het gereedschap in te schakelen, drukt
u op het onderste deel van de trekkerschakelaar voor
rechtsom draaien en op het bovenste deel voor linksom
draaien. Laat de trekkerschakelaar los om het gereed-
schap te stoppen.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en dat zijn stekker uit het stop-
contact is verwijderd alvorens enig werk aan het
gereedschap uit te voeren.
De bovenhandgreep
(hulphandgreep) aanbrengen
► Fig.3
Draai de bovenhandgreep stevig op het gereedschap.
Het boorbit aanbrengen of verwijderen
► Fig.4: 1. Boorspankop 2. Spankopsleutel
Plaats het boorbit zo ver mogelijk in de boorspankop.
Draai de spankop met de hand vast. Plaats de span-
kopsleutel in elk van de drie gaten en draai rechtsom
vast. Zorg ervoor dat alle drie gaten in de spankop
gelijkmatig worden vastgedraaid.
Om het boorbit te verwijderen, draait u de boorspankop-
sleutel in slechts één enkele gaten linksom en draait u
de spankop vervolgens met de hand los.
Na gebruik van de spankopsleutel, plaatst u deze terug
op zijn oorspronkelijke plaats.
BEDIENING
Gebruik als boormachine
► Fig.5
Gebruik altijd de boven- of achterhandgreep (hulphand-
greep) en houd het gereedschap tijdens het gebruik
stevig vast aan de boven- of achterhandgreep en de
schakelaarhandgreep.
Boren in hout
Bij het boren in hout verkrijgt u de beste resultaten met
houtboortjes voorzien van een geleideschroefpunt.
Deze geleideschroefpunt vergemakkelijkt het boren,
door het boorbit het werkstuk in te trekken.
Boren in metaal
Om te voorkomen dat het boorbit bij het begin van het
boren zijdelings wegglijdt, maakt u met een hamer en
een centerpons een putje precies op de plaats waar
u wilt boren. Plaats dan de punt van het boorbit in het
putje en begin met boren.
Gebruik bij het boren in metaal een smeermiddel.
Uitzonderingen hierbij zijn ijzer en koper, die droog
geboord moeten worden.
LET OP:
Het boren zal niet sneller verlopen
als u hard op het gereedschap drukt. In feite
zal dergelijk hard drukken alleen maar leiden tot
beschadiging van het boorbit, lagere prestaties van
het gereedschap en een kortere levensduur van het
gereedschap.
LET OP:
Houd het gereedschap stevig vast en
let vooral goed op wanneer het boorbit door het
werkstuk heen breekt. Op het moment dat het boor-
gat doorbreekt wordt een enorme wringende kracht
uitgeoefend op het gereedschap/boorbit.
LET OP:
Een vastgelopen boorbit kan een-
voudig verwijderd worden door de draairichting te
veranderen met de omkeerschakelaar, om zo het
boorbit eruit te draaien. Houd het gereedschap
daarbij wel stevig vast, want er is kans op een
plotselinge terugslag.
(Voor modellen DS4011 en DS5000)
LET OP:
Zet het werkstuk altijd vast in een
bankschroef of soortgelijke klemvoorziening.
LET OP:
Boor niet in materialen waarvan u
vermoedt dat er verborgen spijkers of andere
voorwerpen in zitten die ertoe kunnen leiden dat
het boorbit vastloopt of breekt.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en zijn stekker uit het stopcontact
is verwijderd alvorens te beginnen met inspectie
of onderhoud.
KENNISGEVING:
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
De koolborstels vervangen
► Fig.6: 1. Slijtgrensmarkering
Controleer regelmatig de koolborstels.
Vervang ze wanneer ze tot aan de slijtgrensmarkering
versleten zijn. Houd de koolborstels schoon, zodat ze
gemakkelijk in de houders glijden. Beide koolborstels
dienen tegelijkertijd te worden vervangen. Gebruik
uitsluitend identieke koolborstels.
20 NEDERLANDS
Gebruik nooit benzine, was-