Installatieproblemen oplossen
Stap 1: Controleer of het lampje voor draadloze
verbindingen (802.1 1) is ingeschakeld.
Als het blauwe lampje bij de knop Draadloos van
de printer niet brandt, zijn de draadloze functies
mogelijk niet ingeschakeld.
Om de functie draadloos in te schakelen moet u de
rechterpijl aanraken
, vervolgens Installatie en
vervolgens Network. Als u een optie Draadloos: Uit ziet
in de lijst, raak deze dan aan en raak vervolgens Aan.
Stap 2. Controleer of de computer met het netwerk is verbonden
Als u de standaardnaam van het draadloos netwerk
die u bij uw draadloze router hebt gekregen niet
hebt gewijzigd, kan het zijn dat u toevallig bent
Stap 3. Start de onderdelen van het draadloze netwerk opnieuw.
Schakel de router en de printer uit en zet ze
vervolgens weer aan in deze volgorde: eerst de
router en dan de printer. Als u nog steeds geen
verbinding kunt maken, zet u de router, de printer
Stap 4. Het draadloze netwerk testen
Voer de draadloze netwerktest uit voor problemen
met draadloze netwerken.
Raadpleeg "Stap 2: Test de draadloze verbinding"
op pagina 97 voor meer informatie.
Tip: Als de Draadloze netwerktest aangeeft dat
het signaal zwak is, plaatst u de printer dichter
bij de draadloze router.
Opmerking: Koppel de Ethernet-kabel los bij
het wijzigen van een vaste verbinding (Ethernet)
naar een draadloze verbinding.
Als u een Ethernet-kabel aansluit, wordt
draadloze communicatie van de printer
uitgeschakeld.
verbonden met een draadloos netwerk in de
omgeving en niet met uw eigen netwerk. Raadpleeg
de documentatie die bij de router of het draadloze
toegangspunt is geleverd voor meer informatie.
en uw computer uit en zet u deze vervolgens
weer aan in deze volgorde: eerst de router, dan
de printer en dan de computer. Soms wordt een
netwerkcommunicatieprobleem opgelost door de
printer uit en weer in te schakelen.
Storing verminderen
De volgende tips kunnen helpen de kans op
storing in een draadloos netwerk te verminderen:
•
Houd de draadloze apparatuur verwijderd van
grote metalen voorwerpen zoals archiefkasten
en van elektromagnetische apparaten zoals
magnetrons en draadloze telefoons, omdat
deze radiosignalen kunnen verstoren.
•
Gebruik de draadloze apparatuur niet in de
buurt van grote gebouwen en objecten,
omdat deze radiogolven kunnen absorberen
en de signalen kunnen verzwakken.
•
Positioneer het toeganspunt of de draadloze
router op een centrale locatie, in het
gezichtsveld van de draadloze apparaten op
het netwerk.
•
Houd alle draadloze apparaten op het
netwerk onderling binnen bereik.
102