voeren. Dit product is voorzien van een 12-volt-systeem
met negatieve aarding. Het product dat voor de
noodstart wordt gebruikt, moet ook een 12-volt-systeem
met negatieve aarding hebben.
Startkabels aansluiten
WAARSCHUWING:
Explosiegevaar door explosief gas dat
afkomstig is van de accu. Sluit geen
negatieve aansluitklem van de volledig
opgeladen accu aan op of in de buurt van de
negatieve aansluitklem van de zwakke accu.
OPGELET:
product niet om andere voertuigen te
starten.
1. Verwijder de motorkap.
2. Verwijder de kap van het accuvak.
3. Sluit het ene uiteinde van de rode kabel aan op de
PLUSKLEM (+) van de zwakke accu (A).
B
A
4. Sluit het andere uiteinde van de rode kabel aan op
de PLUSKLEM (+) van de volledig opgeladen accu
(B).
WAARSCHUWING:
uiteinden van de rode draden geen
kortsluiting maken tegen het chassis.
5. Sluit een uiteinde van de zwarte kabel aan op de
MINKLEM (-) van de volledig opgeladen accu (C).
6. Sluit het andere uiteinde van de zwarte kabel aan op
een CHASSISMASSA (D), uit de buurt van de
brandstoftank en de accu.
7. Plaats de afdekkingen terug.
Startkabels verwijderen
Let op:
Verwijder de startkabels in omgekeerde
volgorde van aanbrengen.
88
Gebruik de accu van uw
C
D
Zorg dat de
1. Verwijder de ZWARTE kabel van het chassis.
2. Verwijder de ZWARTE kabel van de volledig
opgeladen accu.
3. Verwijder de RODE kabel van de 2 accu's.
Bandendruk
De bandenspanning van alle vier banden moet 60 kPa
(0,6 bar/8,5 PSI) zijn.
Het maaidek in de onderhoudsstand
zetten
WAARSCHUWING:
voor de aandrijfriem kan breken en letsel
veroorzaken. Draag een veiligheidsbril.
Verwijderen en aanbrengen van
1. Voer stap 1-9 uit in
het maaidek op pagina 77 .
2. Pak de voorkant van het maaidek vast en trek het
maaidek uit tot de aanslag.
De spanveer
1590 - 006 - 20.10.2021