De eerste olieverversing bij nieuwe motor is vereist na ca. 20 bedrijfsuren. Later
ongeveer om de 50 bedrijfsuren of minstens eenmaal per maaiseizoen.
–
Voordat de motor of het apparaat worden gekanteld om olie af te laten, de
benzinetank leegmaken en de motor zo lang laten lopen, tot hij wegens
brandstofgebrek stilvalt.
–
Motor afzetten en bougiestekker eraf trekken.
–
De olie verversen, zolang de motor warm is.
–
Voor de olieverversing de meetstaaf uit de olievulopening nemen en de maaier zo
op zijn kant leggen, dat oude olie wegstroomt in een opvangvat.
Oude olie niet in de riolering of in de grond terecht laten komen, maar
verwerken conform de plaatselijke voorschriften.
–
De maaier recht zetten en aan de opening merkolie (hoeveelheid en kwaliteit zie
technische gegevens) gieten. De meetstaaf erin steken, maar niet vastschroeven,
en oliepeil controleren (zie hoofdstuk Olie vullen, afbeelding Y1 )! Bij oliepeil zoals
voorgeschreven de oliemeetstaaf weer erin steken en vastdraaien.
Schoonmaken resp. vervangen van de luchtfilter (Afbeelding W )
BELANGRIJK
Nooit de motor met gedemonteerde luchtfilter starten of laten lopen.
–
De afdekking (1) openen, naar beneden kantelen en verwijderen.
–
Papierfilterelement (2) en voorfilter (3) wegnemen. Om het voorfilter uit de
afdekking te nemen moet eerst het rooster (4) worden verwijderd.
–
Papierfilterelement om de 50 bedrijfsuren reinigen
Bij lichte vervuiling voorzichtig uitkloppen op een glad oppervlak. Bij sterke
vervuiling of beschadiging vernieuwen. Papierfilter niet uitwassen, niet uitblazen
met perslucht en niet oliën.
–
De voorfilters om de 50 bedrijfsuren reinigen.
Voorfilters met een vloeibaar reinigingsmiddel wassen in warm water, grondig
uitspoelen in schoon water, overtollig water eruit drukken en grondig laten drogen
aan de lucht. Het voorfilter niet oliën.
–
Na het reinigen resp. vervangen het filterelement in de luchtfilterplaat zetten, het
voorfilter in de afdekking zetten en met het rooster fixeren.
–
De haak (5) aan de afdekking (1) in de adapter (6) onder in de luchtfilterplaat
steken.
–
De afdekking naar boven kantelen en zorgvuldig sluiten.
Bij ongunstige gebruiksomstandigheden (sterke stofontwikkeling) moet elke keer na het
maaien worden gereinigd. Papierfilterelement en voorfilter jaarlijks of om de 100
bedrijfsuren vervangen.
(Bestelnr. filterelement zie originele reserveonderdelen en accessoires)
Controle van de bougie (Afbeelding Y )
Om de slijtage van de bougie te controleren, bougiestekker aftrekken en de bougie
losschroeven. Als de elektrode sterk versleten is, dan dient de bougie te worden
vervangen (bestelnummer: zie originele reserveonderdelen en accessoires).
De bougie kan eventueel ook met een staalborstel worden gereinigd. Vervolgens dient
de elektrodeafstand te worden afgesteld op 0,6-0,7 mm. De bougie (op omkeerring
letten) met de hand in de motor vastschroeven en met een dopsleutel handvast
monteren. Bougiestekker erop drukken. De bougie elk jaar vervangen.
Overwinteren van de motor volgens voorschrift (of bij langdurige
stilstand)
–
Benzinetank leegmaken en motor zo lang laten draaien tot deze door gebrek aan
brandstof automatisch afslaat.
–
Schakel de motor uit en trek de bougiestekker af.
–
De olie aftappen zolang de motor nog warm is. Met verse olie (hoeveelheid en
kwaliteit zie technische gegevens) bijvullen.
–
Gras- en maaibezinksel van cilinder en koelribben, onder de motorkap en rondom
de uitlaat verwijderen.
–
De maaier moet altijd in schone toestand in een droge, gesloten ruimte buiten
bereik van kinderen worden bewaard.
19 OORZAKEN VAN STORINGEN EN HET VERHELPEN
DAARVAN
Storingen
Mogelijke oorzaken
Schakelbeugel is niet
Motor slaat niet aan
omgeklapt.
Brandstofkraan gesloten. Brandstofkraan openen A .
Brandstoftank leeg.
Motorvermogen neemt
af
Motor draait
onregelmatig
Maaier rijdt niet
Rijsnelheid kan niet
worden geregeld
Sterke trillingen
(vibratie)
Onzuivere afsnijding,
gras wordt geel
Verstopte afvoer
Oplossing
Schakelbeugel op het
bovenstuk van duwstang
drukken D .
Zuivere en nieuwe brandstof
natanken.
11
Bougiestekker los.
Bougiestekker plaatsen of
door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Bougie defect resp. vuil
Bougie vervangen of
of elektroden opgebrand.
reinigen, afstand tussen de
elektroden op 0,6-0,7 mm
instellen Y .
Motor krijgt te veel
Door een geautoriseerde
benzine (bougie nat).
vakwerkplaats laten
controleren.
Luchtfilter vuil.
Luchtfilter schoonmaken
resp. vervangen W .
Luchtfilter vervuild.
Luchtfilterelement reinigen
resp. vernieuwen W .
Door een geautoriseerde
Bougie onder het roet.
vakwerkplaats laten
controleren.
Brandstof verouderd of
Benzinetank leegmaken en
vervuild
verse brandstof erin gieten.
Luchtfilter vuil.
Luchtfilter schoonmaken
resp. vervangen W .
Bougie verkoold.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Schakelbeugel voor
Trek aan de schakelbeugel
rijaandrijving niet
voor rijaandrijving G
ingetrokken.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten
controleren.
Messenbalk bot.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats laten slijpen
en uitbalanceren Q .
Grotere snijhoogte instellen
Snijhoogte te laag.
I .
Toerental van de motor
Door een geautoriseerde
te laag.
vakwerkplaats laten
controleren.
Maaien met te hoge
Maaisnelheid aanpassen,
snelheid.
indien nodig rijaandrijving
uitschakelen.
Maaibanen onvoldoende
Bij hoog gras moeten de
overlapt.
maaibanen verder
overlappen.
Het gras vervilt
Door gebruik een
verticuteerder kan merkbare
verbetering worden bereikt.
Turbo-signaal wordt niet
Leegmaken van de
waargenomen J + K .
opvangzak L .
Toerental van de motor
Door een geautoriseerde
te laag.
vakwerkplaats laten
controleren.
Bij lage snijhoogte bij te
Grotere snijhoogte instellen
hoog gras.
I .
Maaien met te hoge
Maaisnelheid aanpassen,
snelheid.
indien nodig rijaandrijving
uitschakelen.
Het gras is vochtig.
Gras laten drogen.