OPlADEN AFgEBROkEN
Als het opladen niet normaal kan worden voltooid, wordt het opladen afgebroken. Als het
opladen wordt afgebroken, wordt de uitvoer van de oplader gestopt, knippert het groene
lampje en geeft het display lADing OnDerBrOKen - DeFeCte BAtteriJ weer. Niet
blijven proberen om deze batterij op te laden. Controleer de batterij en vervang indien nodig.
OPlADEN VOlTOOID EN ONDERhOUDSMODUS (VRIJSTANDCONTROlE)
Voltooiing van de oplading wordt aangegeven door een pulserend groen lampje en de
weergave op het digitale display van lADing BeeÏnDigt - MODe DrUPPellADing.
Als het groene lampje pulseert, is de onderhoudsmodus van de lader begonnen. In deze
modus houdt de oplader de accu volledig opgeladen door een kleine hoeveelheid stroom te
leveren wanneer dit nodig is. OPMERkINg: Als de oplader 12 uur achter elkaar een maximale
onderhoudsstroom moet leveren, gaat hij over op de afbreekmodus (zie de paragraaf Opladen
afgebroken). Dit wordt gewoonlijk veroorzaakt door grote stroomafname van de accu, of de
accu kan defect zijn. Zorg dat er geen belasting op de accu is. Als die er wel is, moet deze
worden verwijderd. Als er geen belasting is, laat de accu dan controleren of vervangen.
hET hANDhAVEN VAN EEN ACCU
De SPI15 met voedingsmodus werkt met 12 Volt-batterijen en houdt deze volledig geladen.
Het is niet geschikt voor industriële toepassingen.
OPMERkINg: Door de onderhoudstechnologie kunt u een goede accu gedurende lange tijd veilig
opladen en onderhouden. Problemen met de accu, elektrische problemen in het voertuig, onjuiste
aansluitingen of andere onvoorziene omstandigheden kunnen echter overmatige stroomafname
veroorzaken. Daarom wordt aanbevolen uw accu en het oplaadproces af en toe te controleren.
VENTIlATOR
Uw lader is uitgerust met een ventilator. Het is normaal dat de ventilator te bedienen terwijl
de lader wordt opgeladen. Houd het gebied in de buurt van de lader vrij van obstakels,
zodat de ventilator om efficiënt te werken.
13. DISPlAYBERIChTEN
SlUit De KleMMen AAn (geen lampje brandt) – Aangesloten op het stopcontact,
zonder de klemmen aangesloten op een batterij.
OPgelet - inVerSie KleMMen (geen lampje brandt) – Op wandcontactdoos
aangesloten en de klemmen zijn omgekeerd met een accu verbonden.
BAtteriJAnAlySe (groen lampje brandt) – Op wandcontactdoos aangesloten, net
nadat verbinding met een accu tot stand is gekomen.
lADing - XX% (groen lampje brandt) – Op wandcontactdoos aangesloten en juist met
een ontladen accu verbonden.
lADing BeeÏnDigt - MODe DrUPPellADing (groen lampje pulseert) –
Op wandcontactdoos aangesloten en juist met een volledig geladen accu verbonden.
lADing OnDerBrOKen - DeFeCte BAtteriJ (groen lampje knippert) –
Omstandigheden die tot afbreken kunnen leiden tijdens het opladen:
• De accu is zwaar gesulfateerd of heeft een kortgesloten cel en kan niet volledig worden
opgeladen.
• De accu is te groot of er is een reeks accu's en volledig laden is niet mogelijk binnen een
bepaalde tijd.
Omstandigheden die tot afbreken kunnen leiden tijdens onderhoud:
• De accu is zwaar gesulfateerd of heeft een zwakke cel en kan geen lading behouden.
• De accu wordt zwaar belast en de oplader moet de maximale onderhoudsstroom
handhaven gedurende een periode van 12 uur om de accu volledig geladen te houden.
BAtteriJ niet AAngeSlOten (geen lampje brandt) – Klemmen werden losgekoppeld
tijdens het opladen.
lAADMODe - DrUK eenMAAl VOOr De POWer SUPPly MODe - DrUK
tWeeMAAl VOOr BeVeStiging (geen lampje brandt) – Aangesloten op AC-
wandcontactdoos en de ladermodus werd geselecteerd. Dubbelklik op de knop om de
ladermodus te openen.
•
•
60