De boor begint te gloeien
De boor verloopt of het gat is
niet rond
De boor blokkeert in het
werkstuk
Overmatig verlopen en fladderen
van de boor
84 | NL
Onjuiste snelheid.
Er komen geen spaanders uit het
boorgat.
Stompe boren.
Te geringe aanvoer.
Harde plekken in het hout of de
lengte en hoek van de boorpunt
zijn verschillend.
De boor is verbogen.
Werkstuk en boor zijn gekanteld of
de aanvoer is te hoog.
Onvoldoende V-snaarspanning
Verbogen boor.
Overmatige slijtage van de
spillagers.
De boor is niet gecentreerd in de
boorkop gespannen.
De boorkop is niet goed
bevestigd.
www.scheppach.com
Verander de snelheid. Zie ook "Kiezen
van het toerental en V-snaarspanning".
Breng de boor regelmatig uit het boorgat
om spaanders te verwijderen.
Slijp de boor.
Verhoog de aanvoer.
Slijp de boor.
Vervang de boor.
Plaats iets onder het werkstuk of
bevestig het. Zie ook "Positionering van
het werkstuk".
Stel de V-snaarspanning in. Zie
ook "Kiezen van het toerental en
V-snaarspanning".
Gebruik een rechte boor.
Vervang de spillagers.
Controleer de centrering. Zie ook
"Plaatsen van de boor",
Bevestig de boorkop op de juiste wijze.
Zie ook "Montage van de boorkop",