Let op:
Bedien de startmotor niet langer dan 5
seconden per keer. Als de motor niet start, wacht
dan 15 seconden voordat u het opnieuw probeert.
5. Draai de sleutel in de stand 'verlichting' om de
koplampen in te schakelen.
6. Laat de motor 3-5 minuten draaien met halfgas (B)
voordat u de motor bij zware belasting gebruikt.
7. Duw de gashendel in de stand vol gas (C).
A
Let op:
Het inschakelen van de maaimessen
terwijl de motor met volle snelheid draait, veroorzaakt
spanning op de aandrijfriemen. Gebruik pas vol gas
wanneer het maaidek omlaag is gezet in de maaistand.
Het product gebruiken
1. Start de motor.
2. Trap het parkeerrempedaal in en laat deze
vervolgens los om de parkeerrem uit te schakelen.
88
B
C
3. Druk één van de rijpedalen voorzichtig in. De
snelheid neemt toe naarmate u het pedaal dieper
indrukt. Gebruik pedaal (1) voor vooruit rijden en
pedaal (2) voor achteruit rijden.
4. Laat het pedaal los om te remmen.
5. Selecteer de maaihoogte (1-10) met behulp van de
maaihoogtehendel.
6. Druk op de vergrendelknop op de hefhendel voor
het maaidek en zet het maaidek omlaag naar de
maaistand.
De motor uitschakelen
1. Trek de hefhendel voor het maaidek naar achteren
in de vergrendelde stand om het maaidek omhoog te
zetten. De messen stoppen met draaien.
1
2
1686 - 002 - 16.12.2021