Nederlands
► Draai de bout (1) los.
► Trek de schuif (2) omhoog.
► Lijn de schuif (2) dusdanig uit dat de sneeuw‐
vlok naar de markering (3) wijst.
► Breng de schuif (2) aan.
► Draai de schroef (1) erin.
Als er bij temperaturen lager dan -10 °C of bij
poeder- of stuifsneeuw wordt gewerkt, moet er
ook een afdekplaat op de motorbehuizing en een
luchtfilter met kunststofweefsel worden gemon‐
teerd. Het toebehoren is te verkrijgen bij de
STIHL dealer.
11.2
Zomerstand instellen
Als er bij temperaturen hoger dan +10 °C wordt
gewerkt, moet de zomerstand worden ingesteld.
► Schakel de motor uit.
1
2
► Draai de bout (1) los.
► Trek de schuif (2) omhoog.
► Lijn de schuif (2) dusdanig uit dat de zon naar
de markering (3) wijst.
► Breng de schuif (2) aan.
► Breng de bout (1) aan.
11.3
Motorzeis vasthouden en gelei‐
den
► Draagoog (2) vasthaken in de karabijnhaak
(1).
18
1
2
3
1
2
11 Met de motorzeis werken
► Motorzeis met de rechterhand op de bedie‐
ningshandgreep zo vasthouden dat de duim
om de bedieningshandgreep valt.
► Houd de motorzeis met de linkerhand op de
handgreep zo vast dat de duim om de hand‐
greep valt.
11.4
Maaien
De afstand van het snijgarnituur ten opzichte van
de grond bepaalt de maaihoogte.
Maaien met maaikop (A)
► De motorzeis gelijkmatig heen en weer bewe‐
gen.
► Langzaam en gecontroleerd in voorwaartse
richting lopen.
Maaien met een grassnijblad of een slagmes (B)
► Met het linkerdeel van het metalen snijgarni‐
tuur maaien.
► Loop langzaam en gecontroleerd in voor‐
waartse richting.
11.5
Uitdunnen met een slagmes
► Plaats het metalen snijgarnituur van bovenaf
in het struikgewas.
A
0458-860-7601-A
B