Zware vervuiling of vlekken
1. Reinigingsoplossing bij uitgeschakelde zuigturbine
aanbrengen en 10 tot 15 minuten laten inwerken.
2. Oppervlak zoals bij normale vervuiling reinigen.
Kussenreiniging
1. Reinigingsmiddel bij gevoelige stoffen geringer do-
seren en het vlak op ca. 200 mm afstand besproei-
en. Vervolgens alleen schoonzuigen.
Reinigingstips
● Sterk vervuilde punten vooraf besproeien en de rei-
nigingsoplossing 5 tot 10 minuten laten inwerken.
● Altijd van licht naar donker (van raam naar deur)
werken.
● Altijd van het gereinigde naar het niet-gereinigde
vlak werken.
● Hoe gevoeliger de bekleding (oosterse tapijten, ber-
bertapijten, meubelstof), hoe lager de wasmiddel-
concentratie.
● Tapijten met jute rug kunnen krimpen en verkleuren,
als er te nat wordt gewerkt.
● Hoogpolige tapijten na de reiniging in natte toestand
in poolrichting borstelen (bijv. met poolborstel of
schrobber).
● Impregnatie na de natreiniging verhindert dat de
textiellaag weer snel vervuild raakt.
● Gereinigde oppervlak ter voorkoming van drukpun-
ten of roestvlekken pas na het drogen betreden of er
meubels op plaatsen.
● Ter verbetering van het reinigingsresultaat na ge-
bruik van reinigingsmiddelen met schoon water na-
spoelen.
Reinigingsmiddel
Aanduiding
Naam
CarpetPro reini-
RM 760
gingsmiddel (0,8
Poeder
kg)
CarpetPro reini-
RM 760
gingsmiddel,
Tabs
iCapsol (16 stuks)
CarpetPro reini-
RM 767
gingsmiddel,
vloeibaar
sneldrogend (10
liter)
CarpetPro reini-
RM 764
gingsmiddel (10
vloeibaar
liter)
CarpetPro im-
RM 762
pregneermiddel
vloeibaar
(5 liter)
Ontschuiming
RM 761
(2,5 liter)
vloeibaar
Vraag voor meer informatie het productinformatieblad
en het EU-veiligheidsinformatieblad voor het desbetref-
fende reinigingsmiddel aan.
Vervoer
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij het vervoer rekening met het gewicht van het
apparaat.
24
Dosering Bestel-
nummer
1 %
6.295-175.0
2 tabs op 8
6.295-850.0
liter
1,2 %
6.295-198.0
1 %
6.295-854.0
20 %
6.295-852.0
0,5 %
6.291-389.0
Nederlands
1. Sproei-/aanzuigslang in de haak plaatsen.
Afbeelding D
2. Apparaat bij het vervoer in voertuigen conform de
richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.
Opslag
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het ap-
paraat.
Het apparaat mat alleen in binnenruimtes worden opge-
slagen.
Verzorging en onderhoud
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken
Letsel door aanraken van stroomvoerende onderdelen
Schakel het apparaat uit.
Trek de netstekker eruit.
Pluisfilter reinigen
1. Deksel verwijderen.
2. Vuilwaterreservoir uit het apparaat verwijderen.
3. Pluisfilter regelmatig met een borstel reinigen.
Schoonwaterzeef reinigen
1. Schoonwaterzeef eruit schroeven.
2. Schoonwaterzeef regelmatig onder stromend water
reinigen.
Sproeier reinigen
1. Wartelmoer eraf schroeven.
2. Sproeiermondstuk reinigen.
Hulp bij storingen
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken
Letsel door aanraken van stroomvoerende onderdelen
Schakel het apparaat uit.
Trek de netstekker eruit.
Apparaat werkt niet
1. Stopcontact en de zekering van de stroomvoorzie-
ning controleren.
2. Netsnoer en de netstekker van het apparaat contro-
leren.
3. Apparaat inschakelen.
Uit de sproeier treedt geen water uit
1. Schoonwaterreservoir bijvullen.
2. Koppelingen van de sproeislang op correcte beves-
tiging controleren.
3. Sproeiermondstuk reinigen of vervangen.
4. Schoonwaterzeef reinigen.
5. Spuitpomp defect, contact opnemen met de klanten-
service.
Spuitstraal eenzijdig
1. Sproeiermondstuk reinigen.
Onvoldoende zuigvermogen
1. Correcte bevestiging van de deksel controleren.
2. Afdichting op het deksel en het contactoppervlak op
het apparaat reinigen.
3. Pluisfilter reinigen.
4. Aanzuigslang op verstopping controleren, indien
nodig reinigen.
Sproeipomp luid
1. Schoonwaterreservoir bijvullen.