Langsgeleider
De langsgeleider wordt gebruikt bij het rechtuit frezen
van een schuine kant of groef.
1.
Monteer de langsgeleider op de geleiderhouder
met behulp van de klemschroef (B). Steek de geleider-
houder in de gaten in de voet van het gereedschap en
draai de klemschroef (A) vast. Om de afstand tussen
het bovenfreesbit en de langsgeleider in te stellen,
draait u de klemschroef (B) los en draait u de fijnregel-
schroef (1,5 mm per omwenteling). Op de gewenste
afstand, draai de klemschroef (B) vast om de langsge-
leider op zijn plaats vast te zetten.
► Fig.13: 1. Klemschroef (A) 2. Langsgeleider
3. Geleiderhouder 4. Fijnregelschroef
5. Klemschroef (B)
2.
Beweeg tijdens het frezen het gereedschap met de
langsgeleider strak langs de zijkant van het werkstuk.
U kunt de werkbreedte van de langsgeleider naar wens
vergroten door een extra stuk hout te bevestigen met
behulp van de handige gaten in de langsgeleider.
Bij gebruik van een bovenfreesbit met een grote diame-
ter, bevestigt u stukjes hout aan de langsgeleider met
een dikte van meer dan 15 mm (5/8") om te voorkomen
dat het bovenfreesbit de langsgeleider raakt.
► Fig.14: 1. Langsgeleider 2. Hout
A = 55 mm (2-3/16")
B = 55 mm (2-3/16")
C = 15 mm (5/8") of dikker
Als de afstand tussen de zijkant van het werkstuk en de frees-
positie te groot is voor de langsgeleider, of als de zijkant van
het werkstuk niet recht is, kan de langsgeleider niet worden
gebruikt. In dat geval klemt u een rechte lat op het werkstuk
en gebruikt u deze als een geleider om de voet langs te bewe-
gen. Beweeg het gereedschap in de richting van de pijl.
► Fig.15
Langsgeleider voor fijnregelen
Optioneel accessoire
Steek de twee stangen in de buitenste bevestigingsga-
ten van de geleiderhouder, en zet ze vast door de twee
klemschroeven (B) vast te draaien. Verzeker u ervan
dat de vingerschroef (A) is vastgedraaid, steek de twee
stangen in de voet en draai de klemschroeven (A) vast.
► Fig.16: 1. Klemschroef (B) 2. Vingerschroef (A)
3. Klemschroef (A)
Fijnregelfunctie voor het
positioneren van het bit ten opzichte
van de langsgeleider
► Fig.17: 1. Vingerschroef (A) 2. Vingerschroef (B)
3. Schaalverdelingring
1.
Draai de vingerschroef (A) los.
2.
Draai de vingerschroef (B) om de positie indien nodig in
te stellen (één omwenteling verandert de positie met 1 mm).
3.
Draai de vingerschroef (A) volledig vast.
De schaalverdelingring kan afzonderlijk worden
gedraaid zodat de schaalverdeling kan worden uitge-
lijnd met de stand (0).
De breedte van de geleiderschoen
afstellen
Draai de schroeven, aangegeven in de cirkels in de afbeelding,
los om de breedte van de langsgeleider te veranderen. Nadat
de breedte is veranderd, draait u de schroeven volledig vast.
Het afstelbereik van de geleiderschoen is van 280 mm
tot en met 350 mm.
► Fig.18: 1. Schroef
Afgesteld op de minimale breedte
► Fig.19
Afgesteld op de maximale breedte
► Fig.20
Malgeleider
Optioneel accessoire
In de malgeleider zit een gat waar het bovenfreesbit
doorheen steekt, waardoor het mogelijk wordt om de
bovenfrees te gebruiken met malpatronen.
► Fig.21
1.
Trek aan de borgplaathendel en breng de malgeleider aan.
► Fig.22: 1. Malgeleider 2. Borgplaathendel
2.
Bevestig de mal op het werkstuk. Plaats het
gereedschap op de mal en beweeg het gereedschap
terwijl de malgeleider langs de zijkant van de mal glijdt.
► Fig.23: 1. Bovenfreesbit 2. Voet van het gereedschap
3. Grondplaat 4. Mal 5. Werkstuk 6. Malgeleider
OPMERKING: Het werkstuk wordt gefreesd op een
iets andere grootte dan de mal. Zorg voor de afstand
(X) tussen het bovenfreesbit en de buitenrand van
de malgeleider. De afstand (X) kan worden berekend
met behulp van de volgende vergelijking:
Afstand (X) = (buitendiameter van de malgeleider -
diameter van het bovenfreesbit) / 2
Trimgeleider
Optioneel accessoire
Trimmen, gebogen lijnen frezen in fineerhout voor meu-
bels en dergelijke kunnen gemakkelijk worden gedaan
met de trimgeleider. Het geleiderwiel rolt langs de gebo-
gen freeslijn en zorgt zo voor een gave snede.
► Fig.24: 1. Trimgeleider
Monteer de trimgeleider op de geleiderhouder met behulp van
de klemschroef (D). Steek de geleiderhouder in de gaten in de
voet van het gereedschap en draai de klemschroef (A) vast.
Om de afstand tussen het bovenfreesbit en de trimgeleider in
te stellen, draait u de klemschroef (D) los en draait u de fijnre-
gelschroef (1,5 mm per omwenteling). Draai de klemschroef
(C) los om het geleiderwiel omhoog of omlaag te verstellen.
Draai na het verstellen alle klemschroeven stevig vast.
► Fig.25: 1. Geleiderhouder 2. Fijnregelschroef
3. Klemschroef (D) 4. Klemschroef (C)
5. Geleiderwiel 6. Klemschroef (A)
Beweeg tijdens het frezen het gereedschap zodanig dat
het geleiderwiel langs de zijkant van het werkstuk rolt.
► Fig.26: 1. Bovenfreesbit 2. Geleiderwiel
3. Werkstuk
49 NEDERLANDS