▶
Ontlucht alle andere radiatoren tot de CV-installatie
compleet met CV-water gevuld is.
▶
Vul CV-water bij tot de vereiste vuldruk bereikt is.
▶
Sluit de vul- en aftapkraan en de CV-water-voorzie-
ning.
7.7
CV-installatie ontluchten
1.
Start het testprogramma P.000. (→ Pagina 158)
◁
Het product treedt niet in werking, de interne pomp
loopt intermitterend en ontlucht automatisch het
CV-circuit of het warmwatercircuit.
◁
Het display toont de vuldruk van de CV-installatie.
2.
Controleer of de vuldruk van de CV-installatie niet on-
der de min. vuldruk daalt.
–
≥ 0,08 MPa (≥ 0,80 bar)
3.
Controleer of de vuldruk van de CV-installatie min-
stens 0,02 MPa (0,2 bar) boven de tegendruk van het
membraanexpansievat (MAG) ligt (P
0,02 MPa (0,2 bar)).
Resultaat:
Vuldruk van de CV-installatie is te laag
▶
Vul de CV-installatie. (→ Pagina 160)
4.
Als er zich na het beëindigen van het testprogramma
P.000 nog te veel lucht in de CV-installatie bevindt,
start het testprogramma dan opnieuw.
7.8
Warmwatersysteem vullen en ontluchten
Geldigheid: Product met geïntegreerde warmwaterbereiding
1.
Open de koudwaterstopkraan op het product.
2.
Vul het warmwatercircuit door alle warmwatertappun-
ten te openen tot er water uit komt.
7.9
Condenswatersifon vullen
5
1.
Maak de borgring (4) los.
2.
Los het onderste sifondeel (3) van het bovenste sifon-
deel (1).
3.
Verwijder de vlotter (2).
4.
Vul het onderste deel tot een vulhoogte van 10 mm
onder de condensafvoerleiding (5) met water.
5.
Plaats de vlotter opnieuw.
0020282231_01 Installatie- en onderhoudshandleiding
≥ P
+
Installatie
MAG
1
2
3
4
6.
Bevestig het onderste sifondeel aan het bovenste si-
fondeel.
7.
Bevestig de borgring.
7.10
Gasinstellingen controleren
7.10.1 Gasinstelling af fabriek controleren
▶
Controleer de gegevens over het gastype op het type-
plaatje en vergelijk deze met het aan de installatieplaats
beschikbare gastype.
Resultaat 1:
De uitvoering van het product komt niet overeen met de
plaatselijke gasgroep.
▶
Neem het product niet in gebruik.
▶
Neem contact op met het serviceteam.
Resultaat 2:
De uitvoering van het product komt overeen met de
plaatselijke gasgroep.
▶
Controleer de gasaansluitdruk/gasstroomdruk.
(→ Pagina 161)
▶
Controleer het CO₂-gehalte. (→ Pagina 162)
7.10.2 Gasaansluitdruk/gasstroomdruk
controleren
1.
Stel het product tijdelijk buiten bedrijf. (→ Pagina 181)
2.
Klap de schakelkast naar onderen.
2
1
2
1
3.
Draai de controleschroef los (1).
–
Linkse omwentelingen: 2
4.
Sluit een manometer op de meetnippel (2) aan.
–
Werkmateriaal: U-manometer
–
Werkmateriaal: Digitale manometer
5.
Klap de schakelkast naar boven.
6.
Open de gaskraan.
7.
Neem het product in gebruik.
161