3. INSTALLEREN VAN DE BUITENUNIT
3-1. DRADEN VOOR BUITENUNIT VERBINDEN
1) Open het onderhoudspaneel.
2) Draai de aansluitingsschroef los en sluit verbindingskabel (A) tussen binnen- en bui-
tenunit vanaf de binnenunit correct aan op het aansluitblok. Let op dat u de draden niet
verkeerd aansluit. Maak de draad stevig vast op het aansluitblok zodat de draadkern niet
zichtbaar is en er geen externe krachten op het aansluitgedeelte van het aansluitblok
worden uitgeoefend.
3) Draai de aansluitingsschroeven goed vast zodat ze niet losraken. Trek na het vastdraaien
even licht aan de draden om te controleren of ze goed vast zitten.
4) Sluit het netsnoer (K) aan.
5) Zet de verbindingskabel (A) tussen binnen- en buitenunit en het netsnoer (K) vast met
de draadklem.
6) Sluit het onderhoudspaneel zorgvuldig.
<KW25, 35>
Aansluitblok
Draadklem
• Maak de aardedraad iets langer dan de andere draden. (langer dan 100 mm)
• Zorg dat de verbindingskabels wat extra lengte hebben voor later onderhoud.
• Let erop dat u elke schroef op de bijbehorende aansluiting bevestigt bij het vastmaken
NL
van het snoer en/of de kabel aan het aansluitblok.
3-2. AFDICHTING
1) Snijd de koperen leiding op de juiste wijze af met een pijpsnijder. (Fig. 1, 2)
2) Verwijder alle bramen van het gedeelte waar de leiding is afgesneden. (Fig. 3)
• Houd het uiteinde van de koperen leiding omlaag terwijl u de bramen verwijdert, zo-
dat de bramen niet in de leiding kunnen vallen.
3) Verwijder de flensmoeren die op de binnen- en buitenunit zijn bevestigd, en schuif ze op
de ontbraamde leiding. (Ze zijn niet meer te plaatsen nadat de afdichting gemaakt is.)
4) Afdichting (Fig. 4, 5). Draai de koperen leiding volgens de in de tabel getoonde waar-
den stevig vast. Selecteer A mm uit de tabel volgens het gereedschap dat u gebruikt.
5) Controleer
• Vergelijk de gemaakte afdichtflens met Fig. 6.
• Als de afdichtflens niet juist lijkt te zijn, snijd dan het flensgedeelte van de leiding af
en maak de afdichting opnieuw.
Koppelings-
Diameter
Moer
gereed-
leiding (mm)
(mm)
schap voor
R32, R410A
ø6,35 (1/4")
17
ø9,52 (3/8")
22
ø12,7 (1/2")
26
ø15,88 (5/8")
29
3-3. DE LEIDINGEN AANSLUITEN
• Bevestig flensmoeren met een momentsleutel zoals voorgeschreven in de tabel.
• Indien u een flensmoer te strak aandraait, kan deze na verloop van tijd breken en
koelmiddellekkage veroorzaken.
• Isoleer de leidingen met isolatiemateriaal. Direct contact met de onbedekte leidin-
gen kan leiden tot brandwonden of bevriezing.
De binnenunit aansluiten
Verbind zowel de vloeistof- als de gasleiding met de binnenunit.
• Breng een dunne laag koelolie (K) aan op de flensuiteinden van de leidingen. Breng
geen koelolie aan op de schroefdraden. Een te groot aanhaalkoppel zal de schroef
beschadigen.
• Houd de leiding midden op zijn plaats en draai de flensmoer 3 tot 4 slagen aan.
• Pas het aanhaalkoppel in bovenstaande tabel toe voor de aansluiting op de binnen-
unit, en gebruik bij het vastdraaien twee sleutels. Te strak aandraaien beschadigt
de afdichtflens.
3-4. ISOLATIE EN TAPE
1) Bedek de leidingverbindingen met afdekkingen voor leidingen.
2) Isoleer beslist alle leidingen die buiten lopen, inclusief de kranen.
3) Omwikkel de verbindingsleiding met leidingtape (G), te beginnen bij de ingang van
de buitenunit.
• Zet het einde van de leidingtape (G) vast met tape (voorzien van plakmiddel).
• Wanneer leidingen boven het plafond, door een kast of via andere warme en voch-
tige plaatsen komen te lopen, wikkel er dan extra in de handel verkrijgbare isolatie
omheen om condensatie te voorkomen.
NL-9
<KW50, 60>
Verbindings-
Aansluitblok
kabel binnen-
en buitenunit
(A)
Netsnoer (K)
Draadklem
Bevestig het netsnoer altijd
aan deze kant.
A (mm)
Koppe-
Vleugel-
lingsge-
moerge-
reedschap
reedschap
voor R22
voor R22
13,7 - 17,7
1,5 - 2,0
34,4 - 41,2
0 - 0,5
1,0 - 1,5
49,1 - 56,9
2,0 - 2,5
73,5 - 78,4
35 mm
Draad
Aanhaalkoppel
N•m
kgf•cm
140 - 180
350 - 420
500 - 580
750 - 800
Herbruikbare mechanische connectoren en conische verbindin-
gen zijn binnenshuis niet toegestaan.
Wanneer de koelmiddelleidingen niet met conische aansluitin-
gen, maar met soldering worden aangesloten, moeten alle solde-
ringswerkzaamheden zijn voltooid, voordat de binnenunit wordt
aangesloten op de buitenunit.
15 mm
Netsnoer (K)
Correct
Koperen
leiding
Fig. 1
Koperen leiding
Braam
Extra ruimer
Pijpsnijder
Fig. 3
Rondom glad
Koperen
leiding
Matrijs
Rondom de-
Flensmoer
zelfde lengte
Fig. 5
WAARSCHUWING
Als u het apparaat installeert, zet
de koelmiddelleidingen dan stevig
vast voordat u de compressor start.
WAARSCHUWING
Onjuist
Krom Oneffen Bramen
Fig. 2
Flensgereedschap
Vleugelmoer-
Bank-
schroeftype
type
Fig. 4
Binnenkant
glanst en heeft
geen krassen.
Fig. 6