2 Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek
De motor niet 'los uit de hand' starten – starten
zoals in de gebruiksaanwijzing staat beschreven.
De messen blijven nog even heen en weer gaan
nadat de gashendel wordt losgelaten – naloopef‐
fect!
Stationair toerental controleren: de messen moe‐
ten bij stationair toerental – bij losgelaten gas‐
hendel – stilstaan.
2.6
Apparaat vasthouden en bedie‐
nen
Het motorapparaat altijd met beide handen op de
handgrepen vasthouden. De handgrepen stevig
met de duimen omvatten.
2.6.1
Rechtshandigen
De rechterhand op de bedieningshandgreep en
de linkerhand op de draagbeugel.
2.6.2
Linkshandigen
De linkerhand op de bedieningshandgreep en de
rechterhand op de draagbeugel.
Een stabiele houding aannemen en het motorap‐
paraat zo vasthouden, dat de messen altijd van
het lichaam af zijn gericht.
2.7
Tijdens de werkzaamheden
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van nood
direct de motor afzetten – combischuif/stopscha‐
kelaar in stand 0, resp. STOP plaatsen.
0458-253-9421-D
Controleren of er zich geen andere personen in
het werkgebied ophouden.
Op de messen letten – geen stuk van de heg
knippen dat niet binnen het gezichtsveld ligt.
Uiterst voorzichtig te werk gaan bij het knippen
van hoge heggen; er zou zich iemand achter
kunnen bevinden – eerst controleren.
Op een correct stationair toerental letten, zodat
de messen na het loslaten van de gashendel niet
meer bewegen.
Als de messen toch bewegen, het stationair toe‐
rental door een geautoriseerde dealer laten
afstellen. Regelmatig de instelling van het statio‐
nair toerental controleren, resp. corrigeren.
De messen blijven nog even heen en weer gaan
nadat de gashendel wordt losgelaten – naloopef‐
fect!
Het aandrijfmechanisme wordt tijdens het
gebruik heet. Het aandrijfhuis niet aanraken –
kans op verbranding!
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, op hellingen,
in oneffen terrein enz. – kans op uitglijden!
Afgeknipte takjes, heesters en struikgewas oprui‐
men.
Op obstakels letten: boomstronken, wortels –
struikelgevaar!
Altijd voor een stabiele en veilige houding zor‐
gen.
2.7.1
Bij werkzaamheden die niet vanaf de
grond kunnen worden uitgevoerd:
– Altijd een hoogwerker gebruiken
– Nooit op een ladder of staande in de boom
werken
– Nooit op onstabiele plaatsen werken
– Nooit met één hand werken
Bij gebruik van gehoorbeschermers moet extra
omzichtig en bedachtzaam worden gewerkt –
omdat geluiden die op gevaar wijzen (schreeu‐
wen, alarmsignalen e.d.) minder goed hoorbaar
zijn.
Op tijd rustpauzes nemen om vermoeidheid en
uitputting te voorkomen – kans op ongelukken!
Rustig en met overleg werken – alleen bij vol‐
doende licht en goed zicht. Voorzichtig werken,
anderen niet in gevaar brengen.
Het motorapparaat produceert giftige
uitlaatgassen, zodra de motor draait.
Deze gassen kunnen geurloos en
onzichtbaar zijn en onverbrande kool‐
Nederlands
41