NL
7.4 Aanbrengen van de werkstukdragers (fig. 7 / item 8)
• Stel de werkstukdragers (8) af met behulp van de
sterschroeven (7) zodat de afstand tussen de droge
slijpschijf (5) en de werkstukdrager (8) zo klein mo-
gelijk is en in ieder geval de 2 mm niet overschrijdt. •
Stel de werkstukdragers (8) regelmatig af om de sli-
jtage van de droge slijpschijf (5) te compenseren.
7.5. Vervangen van de schijven (fig. 8-9)
• Verwijder de 3 schroeven (A) die het zijgedeelte van
de beschermkap (B) op zijn plaats houden en ver-
wijder de beschermkap. Draai de moer (D) los (Be-
langrijk: De linker slijpschijf zit vast met een linkse
schroefdraad en de rechter slijpschijf met een recht-
se schroefdraad) door de moer van de slijpschijf aan
de tegenovergestelde kant vast te houden.
• Verwijder vervolgens de flens (C) en vervang de
slijpschijf (5). Ga voor de montage in omgekeerde
volgorde te werk. De slijpschijf wordt met behulp
van een doek gemonteerd. Monter de flens (C) en
de moer (D) op de schacht en houd ze tijdens het
aandraaien van de moer (D) vast met behulp van
een doek.
7.6 Installeren van de buigzame as (fig. 10)
• Steek de interne as (a) van de buigzame as (12) in
de geleidingsas van het apparaat.
• Maak de bevestigingsmoer van de buigzame as
handmatig vast op de schroefdraad van het appa-
raat (linkse schroefdraad).
Belangrijk!
Wanneer u met de buigzame as (12) werkt moet het
veiligheidsglas (2) rechtop tegen de werkstukdrager
(8) worden geplaatst om ongecontroleerd aanraken
van de schijven te voorkomen.
7.7 Diverse gereedschappen in de buigzame as
steken (fig. 11)
1. Druk de geleverde vergrendelpen (13) in het gat in
de buigzame as (12) en draai de as totdat de pen
op haar plaats vastklikt.
2. Draai nu de moer van de spantanghouder los.
3. Steek het gewenste gereedschap tot de aanslag in
de bus en draai de moer van de spantanghouder
stevig aan.
8. Bediening
8.1 Aan/uit-schakelaar (1)
• Zet de aan/uit-schakelaar (1) in stand I om het appa-
raat aan te zetten.
• Zet de aan/uit-schakelaar (1) in stand 0 om het ap-
paraat uit te zetten.
Belangrijk!
Wanneer u niet met de buigzame as (12) werkt dient u
het apparaat niet te monteren omdat het anders buiten
controle kan raken.
38
NL
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
Wacht na het aanzetten tot het apparaat de maximale
rotatiesnelheid heeft bereikt. Pas dan kunt u met sli-
jpen beginnen.
8.2. Snelheidsknop (fig. 1)
De gewenste snelheid kan met de snelheidsregeling
(11) worden ingesteld.
8.2.1 Snelheid van de buigzame as
De juiste snelheid hangt af van het gebruikte gereed-
schap en het soort materiaal dat wordt bewerkt.
8.3. Informatie over snelheidsinstellingen
• Kleine snij-/slijppennen: Hoge snelheid
• Grote snij-/slijppennen: Lage snelheid
8.4. Werkpraktijk
• Oefen slechts matige druk uit op het werkstuk zodat
het op constante snelheid machinaal kan worden
bewerkt.
• In plaats van uw werk te versnellen zorgt hoge druk
ervoor dat de aandrijfeenheid langzamer wordt en
zelfs stopt waardoor de motor overbelast raakt.
• Het is voor uw eigen veiligheid van belang dat kleine
werkstukken met een schroefklem of bankschroef
worden vastgezet.
• Precisiewerk/graveren: Houd de aandrijfeenheid
vast als een pen.
• Grof werk: Houd de aandrijfeenheid vast als het
handvat van een hamer.
8.5 Slijpen
• Plaats het werkstuk op de werkstukdrager (8) en leid
het werkstuk langzaam in de gewenste hoek naar de
slijpschijf (5) tot het punt waarop werkstuk en slijp-
schijf elkaar raken.
• Beweeg het werkstuk lichtjes heen en weer voor
een optimaal slijpresultaat. Op deze manier slijt de
slijpschijf (5) gelijkmatig. Laat het werkstuk af en toe
afkoelen.
Belangrijk!
Als de slijpschijf tijdens het werk vast komt te zitten di-
ent u het werkstuk te verwijderen en te wachten tot het
gereedschap zijn topsnelheid weer heeft bereikt.
8.6 Polijsten
• Breng een dun laagje polijstpasta aan op het slijpop-
pervlak van de polijstschijf (6) (fig. 18/item 3).
• Druk het werkstuk in de polijstrichting en beweeg
het heen en weer van links naar rechts in een
zwaaiende beweging.
• Polijst altijd in de rotatierichting van de polijstschijf
(6).
Belangrijk!
Polijsten in de tegenovergestelde richting van de rota-
tierichting van de polijstschijven kan de polijstschijven
beschadigen, wat letsel kan veroorzaken.