OPMERKING: Afhankelijk van de gebruiksomstandighe-
den en de omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de aan-
gegeven acculading verschilt van de werkelijke acculading.
OPMERKING: Het eerste (meest linker) indicator-
lampje knippert wanneer het accubeveiligingssys-
teem in werking is getreden.
Werking van de schakelaar
LET OP:
Alvorens u de accu op de snoei-
schaar aansluit, moet u altijd eerst controleren
of de trekkerschakelaar juist werkt en bij loslaten
naar de "OFF"-stand terugkeert.
LET OP:
Wanneer u het gereedschap
niet gebruikt, zorgt u er altijd voor dat de I/O-
schakelaar aan de "O"-kant staat.
LET OP:
Duw de I/O-schakelaar niet naar de
"I" (aan)-stand terwijl de trekkerschakelaar is
ingeknepen. Het schaarblad sluit iets en dat kan
persoonlijk letsel veroorzaken.
Om het gereedschap in te schakelen, gaat u als volgt te werk:
1.
Sluit de schakeldoos, de aansluitkabel en de snoeischaar
op elkaar aan. (Raadpleeg "De aansluitkabel aansluiten".)
2.
Houd de snoeischaar stevig vast en duw de I/O-
schakelaar naar de "I" (aan)-stand. Het groene controle-
lampje gaat branden.
► Fig.4: 1. I/O-schakelaar 2. Controlelampje (groen)
3. Controlelampje (rood)
3.
De schaarbladen zijn vergrendeld wanneer de
I/O-schakelaar is ingeschakeld. Om de vergrendeling te
ontgrendelen, knijpt u twee keer de trekkerschakelaar
in. Het bovenste schaarblad gaat automatisch open.
4.
Om het schaarblad te sluiten, knijpt u de trekkerschakelaar in.
► Fig.5: 1. Trekkerschakelaar
In werking treden van de
automatische vergrendelingsfunctie
en automatische uitschakelfunctie
Om veiligheidsredenen wordt het gereedschap auto-
matisch in de vergrendelingsfunctie of uitschakelfunctie
gezet als het gereedschap gedurende een bepaalde
tijdsduur niet wordt aangeraakt.
Na 5 minuten: Het gereedschap wordt in de vergrende-
lingsfunctie gezet. Knijp twee keer de trekkerschakelaar
in om de vergrendeling te ontgrendelen.
Na 15 minuten: Het gereedschap wordt in de uitschakelfunctie
gezet en het groene controlelampje gaat uit. Duw de I/O-
schakelaar eenmaal naar de "O" (uit)-stand en duw de I/O-
schakelaar weer naar de "I" (aan)-stand, en knijp daarna twee keer
de trekkerschakelaar in om de vergrendeling te ontgrendelen.
Openingshoek-keuzehendel
► Fig.6: 1. Openingshoek-keuzehendel
Door de openingshoek-keuzehendel naar links te kante-
len, kunt u het bovenste schaarblad verder openen.
Om de openingshoek van het bovenste schaarblad te
beperken, knijpt u eerst de trekkerschakelaar helemaal
in en zet u daarna de openingshoek-keuzehendel terug
in de rechte stand.
De snoeidiepte afstellen
LET OP:
Houd uw handen of lichaam uit de
buurt van de schaarbladen. Anders kan persoon-
lijk letsel worden veroorzaakt.
Na het slijpen of vervangen van de schaarbladen, stelt
u zo nodig de snoeidiepte af.
Schakel het gereedschap in en knijp twee keer de
trekkerschakelaar in om de schaarbladen te openen, en
duw daarna de I/O-schakelaar naar de "O" (uit)-stand.
Om de snoeidiepte te vergroten, draait u de snoeidiep-
teafstelschroef rechtsom met behulp van een inbus-
sleutel. Om de snoeidiepte te verkleinen, draait u de
snoeidiepteafstelschroef linksom.
► Fig.7: 1. Snoeidiepteafstelschroef
OPMERKING: Controleer de snoeidiepte na afstel-
ling. Als de snoeidiepte te klein is, wordt de tak moge-
lijk niet volledig doorgeknipt.
Controlelampjes op de schakeldoos
► Fig.8: 1. I/O-schakelaar 2. Controlelampje (groen)
3. Controlelampje (rood)
De groene en rode lampjes geven het volgende aan:
(Aan:
Uit:
Knippert:
•
Groene lampje brandt: het gereedschap is
ingeschakeld.
Groen
•
Groene lamp en rode lamp branden: als u de
accu in de accuhouder aanbrengt terwijl de I/O-
schakelaar in de "I" (aan)-stand staat, gaan beide
lampen branden en beweegt het schaarblad niet,
ook niet wanneer u de trekkerschakelaar inknijpt.
In dit geval, duwt u de I/O-schakelaar naar de "O"
(uit)-stand en duwt u de I/O-schakelaar terug naar
de "I" (aan)-stand.
Groen
•
Groene lampje knippert: het gereedschap is
oververhit. Laat het gereedschap eerst afkoelen
voordat u het gereedschap opnieuw inschakelt.
Groen
•
Het groene lampje brandt en het rode lampje knip-
pert of brandt: de resterende acculading is laag of
bijna op. Laad de accu's op. Als één van de accu's
bijna leeg is, knippert het rode lampje, ondanks
dat de andere accu nog vol is.
Groen
54 NEDERLANDS
)
Rood
Rood
Rood
Rood