5
6
Encochez les connecteurs Seatfix (A) dans l'arceau
Isofix, le repère vert des deux connecteurs devant
être visible. Vérifiez le verrouillage en tirant des deux
côtés sur l'assise.
À présent, les leviers de verrouillage étant enfoncés,
déplacez le siège pour enfant vers le siège du
véhicule, jusqu'à ce que son dossier soit aligné à
celui du siège du véhicule.
A
Sluit de Seatfix-connectoren (A) in de Isofix-beugels
in, daarbij moet de groene markering aan de twee
connectoren zichtbaar worden. Controleer of ze
goed sluiten door aan beide kanten van het zitvlak
4693F-4-01/1
te trekken.
Schuif het kinderzitje nu met ingedrukte
vergrendelingshefboom in richting voertuigzit, tot het
met de rugleuning tegen de rugleuning van de
voertuigzetel komt te liggen.
Attention !
Après un impact à plus de 10 km/h, le siège pour
enfant risque d'être endommagé. Aussi faut-il le faire
vérifier en usine et, le cas échéant, le remplacer.
L'éventuel déclenchement des connecteurs en cas
d'accident est voulu et augmente la sécurité de
votre enfant.
N'utilisez jamais le siège pour enfant si les connecteurs
Seatfix sont déjà déclenchés !
Attentie!
Na een botsing met meer dan 10 km/h kan het
kinderzitje beschadigd zijn, daarom moet het
kinderzitje in de fabriek gecontroleerd en, indien
nodig, vervangen worden. De mogelijke activering
van de connectoren bij een ongeval is opzettelijk
en verhoogt de veiligheid van uw kind.
Gebruik het kinderzitje in geen geval met reeds
5140F-4-00/1
belaste Seatfix-connectoren!
F
NL
6608-6-02