NEDERLANDS
Als u een zaagsnede wilt maken, brengt u de zaagkop
omhoog en trekt u deze zonder te zagen over het
werkstuk, start u de motor, drukt u de zaagkop
omlaag en duwt u de zaag door het werkstuk. Zagen
door aan het zaagblad te trekken zal waarschijnlijk tot
gevolg hebben dat het zaagblad uit het werkstuk omhoog
komt en dat zal de zaag met kracht in de richting van de
gebruiker gooien.
Laat uw hand nooit de lijn die u wilt gaan zagen,
u
overschrijden, niet voor en niet achter het zaagblad.
Het werkstuk ondersteunen "met gekruiste handen",
dat wil zeggen, het werkstuk rechts van het zaagblad
vasthouden met uw linkerhand of andersom, is heel
gevaarlijk.
Reik niet met één van uw handen achter de
u
langsgeleiding, op een afstand van minder dan 100
mm van een van de zijden van het zaagblad, bijv.
om houtresten te verwijderen, of om welke andere
reden dan ook, terwijl het zaagblad draait. U zult dan
misschien niet merken hoe dicht uw hand bij het zaagblad
is en u zult ernstig letsel kunnen oplopen.
Inspecteer uw werkstuk voordat u gaat zagen. Is het
u
werkstuk gebogen of krom, klem het dan op een ander
gedeelte dan de kromming tegen de langsgeleiding.
Let er altijd goed op dat er geen ruimte is tussen het
werkstuk, de langsgeleiding en de zaagtafel, langs
de te zagen lijn. Verbogen of kromme werkstukken
kunnen draaien en verschuiven en kunnen het draaiende
zaagblad tijdens het zagen doen vastlopen. Er mogen
geen spijkers of andere voorwerpen in het werkstuk zitten.
Gebruik de zaag pas als de zaagtafel vrij is van
u
alle andere voorwerpen dan het werkstuk, bijv.
gereedschap, houtresten, enz. Klein afval of losse
stukken hout of andere voorwerpen die in aanraking
komen met het draaiende zaagblad kunnen met hoge
snelheid worden weggeworpen.
Zaag slechts één werkstuk tegelijk. Een stapel van
u
meerdere werkstukken kan niet goed worden vastgeklemd
of gesteund en kan het zaagblad laten vastlopen of kan
tijdens het zagen verschuiven.
Controleer voordat u de verstekzaag gaat
u
gebruiken, dat het gereedschap op een vlak, stevig
werkoppervlak is gemonteerd of geplaatst. Een vlak en
stevige werkoppervlak maakt dat er minder risico is dat de
verstekzaag onstabiel wordt.
Plan uw werkzaamheden. Controleer, iedere keer dat
u
u de stand van de zaag of de verstekhoek wijzigt, dat
de verstelbare langsgeleiding goed is ingesteld zodat
het werkstuk wordt ondersteund en de langsgeleiding
het zaagblad of het systeem van beschermkappen niet
hindert.
70
(Vertaling van de originele instructies)
Verplaats het zaagblad, zonder dat u het gereedschap op
"AAN" zet en zonder werkstuk op de zaagtafel, langs een
volledige gesimuleerde zaagsnede, zodat u zeker weet
dat er niets in de weg zit en dat er geen gevaar is dat u in
de langsgeleiding zaagt.
Zorg voor voldoende ondersteuning, zoals een
u
uitschuifbaar deel van de tafel, schragen, enz.,
voor een werkstuk dat breder of langer is dan het
bovenblad van de zaagtafel. Werkstukken die langer of
breder zijn dan de verstekzaagtafel kunnen omvallen als
ze niet stevig worden ondersteund. Als het afgezaagde
deel of het werkstuk omvalt, kan het de onderste
beschermkap omhoog brengen of kan het worden
weggeslingerd door het draaiende zaagblad.
Gebruik niet een ander persoon in plaats van een
u
uitschuifblad van de tafel of als extra ondersteuning.
Door een instabiele ondersteuning van het werkstuk kan
het zaagblad vastlopen of kan het werkstuk tijdens het
zagen verschuiven waardoor u en uw hulp tegen het
draaiende zaagblad worden getrokken.
Het afgezaagde stuk mag niet, op welke manier dan
u
ook, tegen het draaiende zaagblad worden geklemd of
gedrukt. Als het werkstuk niet weg kan, dat wil zeggen,
doordat u lengtestoppen gebruikt, kan het afgezaagde
stuk tegen het zaagblad worden gedrukt en met grote
kracht worden weggeslingerd.
Gebruik altijd een klem of een werkstukhouder die
u
is ontworpen voor het goed ondersteunen van rond
materiaal, zoals stangen of leidingen. Stangen hebben
de neiging weg te rollen wanneer ze worden gezaagd,
waardoor het zaagblad "ingrijpt" en het werkstuk samen
met uw hand naar het zaagblad toetrekt.
Laat het zaagblad volledig op snelheid komen voordat
u
u het in contact brengt met het werkstuk. Hierdoor
wordt het risico dat het werkstuk wordt weggeslingerd,
beperkt.
Als het werkstuk of het zaagblad bekneld geraakt,
u
zet de verstekzaag dan uit. Wacht tot alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen en trek de
stekker uit het stopcontact en/of verwijder de accu.
Maak vervolgens het vastgelopen materiaal los.
Wanneer u doorgaat met het zagen van een vastgelopen
werkstuk, kan dat leiden tot verlies van controle of tot
beschadiging van de verstekzaag.
Laat na het voltooien van de zaagsnede de schakelaar
u
los, houd de zaagkop omlaag en neem pas het
afgezaagde deel weg wanneer het zaagblad tot
stilstand is gekomen. Het is gevaarlijk met uw hand in
de buurt van het uitlopende zaagblad te komen.