8.3 Splijtwig afstellen (Afb. 9-11)
m Let op! Het netsnoer loskoppelen!
De afstelling van de splijtwig (4) moet voor elke
ingebruikname gecontroleerd worden.
1. Het zaagblad (5) op de maximum zaagdiepte in-
stellen, in positie 0° brengen en vastzetten.
2. Het tafelinlegblad (6) verwijderen (Afb.9)
m Let op! Omwille van transporttechnische
redenen werd de splijtwig (4) voor de eerste
ingebruikname in de onderste positie gemon-
teerd. Men mag enkel met de machine werken
als de splijtwig (4) zich in de bovenste positie
bevindt. De montage van de splijtwig (4) in de
bovenste positie gebeurt als volgt:
3. De klemgreep (23) losmaken en de splijtwig (4) in
de bovenste positie brengen. (Afb.10)
4. De afstand tussen het zaagblad (5) en de splijtwig
(4) mag maximum 5 mm zijn. (Afb. 11)
5. De bevestigingsschroef (23) opnieuw vastdraaien
en het tafelinlegblad (6) monteren.
8.4 De zaagbladbescherming monteren (Afb. 12)
1. De zaagbladbescherming (2) met de schroef
(24) boven op de splijtwig (4) plaatsen, zodat
de schroef vastzit in de ovale opening van de
splijtwig (4).
2. De schroef (24) niet té vast aandraaienn; de zaag-
bladbescherming (2) moet vrij beweeglijk blijven.
3. De afzuigslang (3) koppelen aan de afzuigadapter
aan de rugzijde van de machine en de ventilatie-
koker van de zaagbladbescherming (2).
4. De demontage gebeurt in de omgekeerde volg-
orde.
Let op!
Voorafgaand aan het zagen, moet de zaag-
bladbescherming (2) verlaagd worden op het
werkstuk.
8.5 Montage/verwisselen van het zaagblad
(Afb. 9, 12, 13)
1. Let op! Het netsnoerloskoppelen en bescher-
mende handschoenen dragen.
2. De zaagbladbescherming (2) demonteren (Afb.12)
3. Het tafelinlegblad (6) verwijderen (Afb.9)
4. De moer losdraaien door de steeksleutel (f) op de
moer te plaatsen en met de andere steeklsleutel
(f) de flens tegen te houden (Afb.13).
5. Let op! De moer in de draairichting van het zaag-
blad draaien.
6. De buitenste flens wegnemen en het oude zaag-
blad schuin naar beneden afnemen van de bin-
nenste flens.
7. De zaagbladflens voor de montage van het nieu-
we zaagblad zorgvuldig reinigen met een staal-
borstel.
8. Het nieuwe zaagblad in de omgekeerde volgorde
opnieuw plaatsen en vastzetten.
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
Let op! Op de loopirichting letten, de schuine
snede van de tanden moet in de loopirichting
wijzen, m.a.w. naar voren gericht zijn.
9. Het tafelinlegblad (6) evenals de zaagbladbe-
scherming (2) opnieuw monteren en afstellen.
10. Vooraleer met de zaag verder te werken, contro-
leren dat de veiligheidsvoorzieningen goed func-
tioneren
11. Het tafelinlegblad (6) evenals de zaagbladbe-
scherming (2) opnieuw monteren en afstellen.
12. Vooraleer met de zaag verder te werken, contro-
leren dat de veiligheidsvoorzieningen goed func-
tioneren.
13. De gewenste hoekgraad instellen op de schaal-
verdeling.
9. Bediening
9.1 AAN/UIT-schakelaar (Fig.14)
- De zaag kan worden aangezet door de groene
toets "I" in te drukken. Wacht met het zagen tot het
zaagblad zijn maximumtoerental heeft bereikt.
- De zaag wordt terug afgezet door de rode toets "0"
in te drukken.
9.2 Snijdiepte (Fig.14)
Het zaagblad kan op de gewenste snijdiepte worden
afgesteld door het handwiel (8) te draaien.
- Tegen de richting van de wijzers van de klok in: gro-
tere snijdiepte
- Met de wijzers van de klok mee: kleinere snijdiepte
Controleer de instelling op basis van een steekproef cut.
9.3 Hoekafstelling (Fig.14)
Met zag de tafel verstekzagen kan worden gemaakt
om de stop bar aan de linkerkant van 0 ° -45 °.
m Controleer voor elk gesneden dat er tussen de
stop-rail (s), transversale gauge en het zaagblad
geen botsing is mogelijk.
- Vastzetgreep (9) losdraaien
- Door draaien van de handgreep de gewenste hoek-
maat op de schaal instellen.
- Vastzetgreep (9) in de gewenste hoekpositie arrê-
teren.
9.4 Werken met de parallelaanslag
9.4.1 Instellen van de aanslaghoogte (Afb. 15)
- De aanslagrail (25) van de parallelaanslag (7) heeft
twee verschillende geleidvlakken.
- Afhankelijk van de dikte van het te zagen materiaal
moet de hogere zijde van de aanslagrail (25) ge-
bruikt worden voor dik materiaal (werkstukken met
een dikte van meer dan 25 mm) of de lagere zijde
voor dun materiaal (dikte minder dan 25 mm).
NL | 69