5 WERKEN MET DE SPLENDIMO
• Overtuig u ervan dat er zich niemand in de omgeving van
de machine bevindt als de koppelingsas wordt inge-
schakeld.
• Laat tijdens het werk niemand toe binnen een straal van
100 m van de machine.
• Stop de trekkermotor voordat u de trekkercabine verlaat.
• De veiligheidsschermen, -zeilen en beplating (fig. 13) zijn
essentiële onderdelen van de beveiliging van de machine.
Werk daarom alleen met de maaier als deze hiermee is
uitgerust en de onderdelen in goede staat verkeren.
• Werk altijd met neergeklapt beveiligingsscherm. Druk deze
goed in de klemblokken (fig. 13).
Let er bij gebruik van de SPLENDIMO FC maaier op, dat de
hefinrichting enkelwerkend is of in geval van een dubbelwerkende
fronthefinrichting in een zweefstand gezet kan worden. Een
enkelwerkende of dubbelwerkende hefinrichting met zweefstand
kan naar boven uitwijken als de maaier tegen de aankoppelbok komt
bij gebruik in onregelmatige percelen. Kan de hefinrichting niet naar
boven uitwijken, dan bestaat de kans dat het gewicht van de trekker
overgedragen wordt op de aankoppelbok, waardoor ernstige schade
aan de maaier kan optreden. Hetzelfde geldt bij gebruik van de
SPLENDIMO FC maaier in de achter-hefinrichting van de trekker
of in een Triplo opstelling.
Werk als volgt met de maaier:
- Laat de maaier door middel van de hydraulische cilinder tot net
boven het gewas zakken.
- Schakel de aftakas in bij een zo laag mogelijk motortoerental.
!
- Voer het aftakastoerental vervolgens op tot 1000 omw/min.
Dit is tevens het maximale toerental waarmee mag worden
gewerkt.
- Laat de maaibalk in het gewas neer.
- Zet het hydraulisch ventiel in de zweefstand; de cilinder moet
tijdens het werk vrij in- en uit kunnen schuiven.
Tijdens het werk is het gebruik van de hefinrichting niet nodig. Voor
het heffen van de machine is het voldoende alleen de cilinder in te
trekken. De maaibalk zal dan ca. 35 cm omhoog gaan.
- Rij niet te langzaam; bij voorkeur vanaf ca. 8 km/u. Een lagere
snelheid kan nadelig werken op een goede gewasdoorvoer over de
maaibalk.
- Zorg dat het aftakastoerental tijdens het werk steeds 1000 omw./
min. bedraagt.
Een (tijdelijke) daling van het toerental kan verstopping van de
maaibalk en/of wikkelen van lang gewas om de schijven
veroorzaken.
- Hef de maaibalk eerst uit het gewas en verminder direct
daarna het toerental.
®
FC
!
13
NL-13