Met de machine rijden
De aandrijfwielen draaien onafhankelijk en worden
aangedreven door hydraulische motoren op elke as. U
kunt de wielen aan de ene zijde achteruit laten draaien
en tegelijk die aan de andere zijde vooruit, waardoor
de machine om zijn as draait in plaats van een bocht
te maken. Zo is de machine veel wendbaarder, maar
het kan wat tijd vergen eer u aangepast bent aan de
manier waarop de machine beweegt.
Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor,
oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut).
Zet de gashendel op S
verkrijgen. Laat de motor tijdens het maaien altijd vol
gas draaien.
WAARSCHUWING
De machine kan zeer snel ronddraaien. De
bestuurder kan de controle over de machine
verliezen. Dit kan leiden tot lichamelijk letsel
en schade aan de machine.
• Wees voorzichtig als u een bocht maakt.
• Verminder de snelheid van de machine
voordat u een scherpe bocht maakt.
Vooruitrijden
Opmerking:
Wees altijd voorzichtig als u
achteruitrijdt of draait.
1.
Zet de hendels in de middelste, ontgrendelde
stand.
2.
Om vooruit te rijden, duwt u de rijhendels
langzaam naar voren
Figuur 24
om de beste prestaties te
NEL
(Figuur
24).
Achteruitrijden
1.
Zet de hendels in de middelste, ontgrendelde
stand.
2.
Om achteruit te rijden, trekt u de rijhendels
langzaam naar achteren
Het Smart Speed
besturingssysteem
gebruiken
De hendel van het Smart Speed
bevindt zich onder de bestuurdersstoel
26) en geeft de bestuurder de keuze uit drie
snelheidsbereiken: trimmen, slepen en maaien.
g008952
1. Smart Speed hendel
21
(Figuur
25).
Figuur 25
TM
TM
besturingssyteem
(Figuur
Figuur 26
g008953
g293338