Instellingen
Afhankelijk van de instelling: Het apparaat maait
gedurende de ingestelde tijd en schakelt vervol-
gens uit of maait verder tot de accu leeg is.
Na het maaien van het nevenoppervlak het appa-
raat weer met de hand in het basisstation plaat-
sen.
7 INSTELLINGEN
7.1
Instelling oproepen - Algemeen
1. Met
hoofdmenu oproepen.
Opmerking: Het sterretje * voor het menu-
punt geeft aan dat het zojuist is geselecteerd.
* Instellingen
2.
of
3. Met
of
het gewenste menupunt selec-
teren en met
4. Instellingen uitvoeren.
Opmerking: De menupunten worden in de
paragrafen hierna beschreven.
5. Met
teruggaan naar het hoofdmenu.
OPMERKING Verdere menupunten: zie
Hoofdstuk 5.2 "Basisinstellingen uitvoeren", pagi-
na 75.
7.2
Geluidssignaal knopbediening
activeren/deactiveren
* Geluidssignaal knopbe-
1.
of
diening
2. Geluidssignaal knopbediening activeren/de-
activeren:
■
Activeren
of
toetstonen activeren.
■
gedeact.
of
toetstonen deactiveren.
7.3
Eco-Mode activeren/deactiveren
(Robolinho 700/1200/2000)
In de Eco-modus schakelt het apparaat om naar
de energie besparende modus. Daardoor wordt
het energieverbruik en de geluidsemissie geredu-
ceerd.
OPMERKING In hoog en dicht gras even-
als dichte grasmat niet aanbevolen of eventueel
niet mogelijk.
* EcoMode
1.
of
495439_a
overnemen.
:
:
2. Eco-Mode activeren/deactiveren:
■
Activeren
Eco-Mode activeren.
■
gedeact.
Eco-Mode deactiveren.
7.4
Regensensor instellen (Robolinho 450
W/700/1200/2000)
OPMERKING Maaien van een droog ga-
zon vermindert vervuiling. Door het activeren van
de regensensor en het instellen van een vertra-
gingstijd kan er worden voorkomen dat het appa-
raat bij een nat gazon maait.
Als de regensensor geactiveerd is, rijdt het appa-
raat terug naar het basisstation als het begint te
regenen. Daar blijft het tot de regensensor is ge-
droogd. Vervolgens wacht het nog de tijd af die
als vertraging is ingesteld voordat het doorgaat
met maaien. De gevoeligheid van de regensen-
sor is instelbaar.
* Regensensor
1.
of
2. Regensensor activeren/deactiveren:
■
Activeren
of
Regensensor activeren.
■
gedeact.
of
Regensensor deactiveren.
3. Vertraging van de regensensor instellen:
■
* Regensensor vertrag.
of
■
xx uur xx minuten
Met
of
de vertraging selecteren en met
vestigen.
4. Gevoeligheid van de regensensor instellen:
■
* Regengevoelig
of
■
Met
of
de gevoeligheid instellen en met
vestigen.
7.5
Maaiprogramma instellen
7.5.1
Maaiprogramma instellen - Algemeen
1. Met
hoofdmenu oproepen.
* Programma
2.
of
:
:
:
:
de gewenste waarde voor
de gewenste waarde voor
be-
be-
77