ALGEMENE BESCHRIJVING
De ARO-membraanpomp zorgt zelfs bij een lage luchtdruk
voor een afgifte in hoog volume en met een breed scala aan
compatibiliteitsopties voor materialen. Raadpleeg de model- en
optietabel. ARO-pompen hebben een uitvalbestendig ontwerp
en modulaire luchtmotor/vloeistofonderdelen.
Luchtaangedreven dubbele membraanpompen maken gebruik
van een drukverschil in de luchtkamers om afwisselend zuig- en
positieve vloeistofdruk in de vloeistofkamers te creëren, waarbij
kogelcontroles zorgen voor een positieve vloeistofstroom.
De pomp zal beginnen met pompen als luchtdruk wordt toege-
past en deze zal blijven pompen en de vraag bijhouden. Hij
zal de leidingdruk opbouwen en handhaven en zal de cyclus
stoppen zodra de maximale leidingdruk is bereikt (doseerin-
richting gesloten) en zal het pompen hervatten als dat nodig
is. Modellen 666056-X en 66605H-X: Het acetale materiaal dat
in deze pompen wordt gebruikt, bevat roestvrijstalen vezels. De
geleidbaarheid ervan zorgt ervoor dat het op een geschikte bron
aangesloten kan worden. Er wordt hiervoor een kit met een aar-
deschroef en een aardedraad geleverd.
LUCHT- EN SMEERVEREISTEN
OVERMATIGE LUCHTDRUK. Hierdoor kan
WAARSCHUWING
pompschade, persoonlijk letsel of materiële schade
ontstaan.
Er moet een filter worden gebruikt die deeltjes van 50
y
micron of groter op de luchttoevoer kan filteren. Het
geheel hoeft niet worden gesmeerd, uitgezonderd het 'O'-
ringsmeermiddel dat wordt aangebracht bij montage of
reparatie.
Indien er smeerlucht aanwezig is, moet deze conform zijn
y
met de 'O'-ringen in het luchtmotorgedeelte van de pomp.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
Spoel de pomp altijd door met een oplosmiddel dat
y
compatibel is met het materiaal dat wordt gepompt, indien
het materiaal dat wordt verpompt moet worden "ingesteld"
als de pomp gedurende een bepaalde tijd niet is gebruikt.
Ontkoppel de luchttoevoer van de pomp als deze enkele
y
uren inactief zal zijn.
Het volume van het uitlaatmateriaal wordt niet alleen
y
bepaald door de luchttoevoer, maar ook door de mate-
riaaltoevoer bij de inlaat. De slangen voor de materiaal-
toevoer moeten niet te klein of nauw zijn. Gebruik geen
slang die kan collaberen.
Wanneer de membraanpomp wordt gebruikt in een situ-
y
atie met geforceerde toevoer (ondergedompelde inlaat)
adviseren wij om een 'terugslagklep' te installeren bij de
luchtinlaat.
Zet de poten van de membraanpomp vast aan een ges-
y
chikt oppervlak om schade door trillingen te voorkomen.
Hytrel® en Viton® zijn geregistreerde handelsmerken van DuPont Company.
y
Santoprene® is een geregistreerd handelsmerk van Monsanto Company, in licentie gegeven aan Advanced Elastomer Systems, L.P.
y
66605X-X (nl)
ONDERHOUD
Raadpleeg de deelweergaven en beschrijvingen op pagina 36 t/
m 39 voor informatie over onderdelen en servicekits.
Bepaalde 'Smart Parts' van ARO zijn aangegeven als
y
beschikbaar voor snelle reparaties en vermindering van
uitvaltijd.
Servicekits zijn verdeeld om twee afzonderlijke
y
membraanpompfuncties te verwerken: 1. LUCHTGEDEELTE,
2. VLOEISTOFGEDEELTE. Het Vloeistofgedeelte is verder
verdeeld om te matchen met typische materiaalonderdelen.
Zorg voor een schoon werkoppervlak om gevoelige interne
y
bewegende delen te beschermen tegen verontreiniging
van vuil en vreemd materiaal tijdens de- en hermontage.
Houd goede onderhoudsaantekeningen bij en laat de
y
pomp deel uitmaken van preventief onderhoud.
EENDENBEKCONTROLEKLEPPEN (OPTIONEEL)
"Pompmodellen met het aanhangsel (-0CX of -0DX) zijn uit-
gerust met controles van het eendenbektype. Standaard een-
denbekpompen worden verzonden met de materiaalinlaat
boven en de materiaaluitlaat op het onderste spruitstuk. Om
de stroomrichting te veranderen, demonteert u de pompen
volgens de instructies in het VLOEISTOFGEDEELTE en mon-
teer je ze opnieuw zoals hieronder beschreven. Een pomp
die in de fabriek is gebouwd met kogels en zittingen, kan
gemodificeerd worden met controlekleppen van het eendenbek-
type doordat de benodigde onderdelen worden aangeschaft en
zoals aangegeven worden geïnstalleerd. "
Opnieuw monteren:
De eendenbekken kunnen in elke richting geïnstalleerd worden
om van het bovenste naar het onderste gedeelte van de pomp
stroom te produceren of andersom. In elk geval moeten alle (42)
eendenbekken dezelfde richting op wijzen.
Stroom van boven naar beneden: (zie pagina 37)
1. Als de (15) vloeistofdoppen zijn geïnstalleerd, zet u de pomp
op de kop neer.
2. Plaats het (21) inzetstuk in de (42) eendenbek en schuif de
(41) huls over de (42) eendenbek.
3. Schuif de gehele controlemontage in de vloeistofdopboring
met het (21) einde van het inzetstuk eerst. [Eendenbekken
(42) wijzen omhoog].
4. Positioneer de (19) 'O'-ring over de (41) huls.
5. Bevestig de (35) voet van het spruitstuk / (36) draai de mon-
tage naar de vloeistofdoppen.
6. Kantel de pomp, zodat de rechterzijde omhoog wijst.
7. Monteer de eendenbekcontrole zoals in stap #1.
8. "Schuif de gehele controlemontage in de vloeistofdopboring
met het (41) einde van de huls eerst. [Eendenbek wijst om-
laag naar de het gat van de vloeistofdop.]"
9. Positioneer de (19) 'O'-ring rondom het (21) inzetstuk.
10. Bevestig het (34) spruitstuk / (36) draai de montage naar
de vloeistofdop.
Stroom van beneden naar boven: (Inlaat onder - Uitlaat
boven)
Om de stroomrichting te draaiden, schuift u de controleklep-
montages in de (15) vloeistofdoppen, andersom dan wat er
aangegeven werd in stappen #2 en #7. In stap #2 zullen de (42)
eendenbekken omlaag wijzen en in stap #7 juist omhoog.
®
Kynar
is een geregistreerd handelsmerk van Penwell Corp
y
®
Key-Lube
is een geregistreerd handelsmerk van Key Industries
y
NL
y
y
Pagina 35