beschadigde of verkeerd geslepen zaagketting
vergroot de kans op ongevallen.
(Fig. 30)
•
Zorg voor de correcte tanddiepte. Volg de instructies
en gebruik de aanbevolen instelling voor de vijlmal.
Als de tanddiepte te groot is, vergroot dit de kans op
terugslag.
(Fig. 31)
•
Zorg dat de zaagketting de juiste spanning heeft. Als
de zaagketting niet strak tegen het zaagblad loopt,
kan de zaagketting van het zaagblad lopen. Een
Inleiding
WAARSCHUWING: Zorg dat u het
hoofdstuk over veiligheid hebt gelezen en
begrepen voordat u het apparaat monteert.
Geleider en zaagketting monteren
1. Trek de terugslagbeveiliging naar achteren om de
kettingrem te ontgrendelen.
2. Draai de zaagbladmoeren los en verwijder het
koppelingsdeksel. (Fig. 34)
Let op: Als het koppelingsdeksel moeilijk te
verwijderen is, draait u de zaagbladmoeren aan en
schakelt u de kettingrem in en weer uit. U hoort een
klik als de kettingrem goed vrijkomt.
3. Plaats het zaagblad op de zaagbladbouten. Duw het
zaagblad in de achterste positie.
Inleiding
WAARSCHUWING: Zorg dat u het
hoofdstuk over veiligheid hebt gelezen en
begrepen voordat u het product gebruikt.
De werking controleren voordat u het
product gebruikt
1. Controleer of de kettingrem correct werkt en niet
beschadigd is.
2. Controleer of de rechterhandbescherming niet is
beschadigd.
3. Controleer of de gashendelvergrendeling correct
werkt en niet beschadigd is.
4. Controleer of de start/stop-knop correct werkt en niet
beschadigd is.
5. Zorg ervoor dat er geen olie op de handgrepen zit.
1216 - 002 - 01.09.2020
verkeerde kettingspanning zorgt voor overmatige
slijtage van het zaagblad, de zaagketting en het
kettingaandrijfwiel. Zie
zaagketting afstellen op pagina 154 .
(Fig. 32)
•
Voer regelmatig onderhoud uit op de snijuitrusting en
houd deze goed gesmeerd. Bij onvoldoende smering
van de zaagketting is de kans op slijtage van het
zaagblad, de zaagketting en het kettingaandrijfwiel
groter.
(Fig. 33)
Montage
4. Monteer de zaagketting rond het aandrijftandwiel en
plaats de ketting in de groef van het zaagblad.
5. Zorg dat de snijkanten van de zaagschakels op de
bovenrand van het zaagblad naar voren wijzen. (Fig.
35)
6. Lijn het gat in het zaagblad uit met de stelpen van de
kettingspanner en plaats het koppelingsdeksel.
7. Draai de motorzaagbladmoeren met de hand vast.
8. Zet de zaagketting vast. Zie
zaagketting afstellen op pagina 154 voor instructies.
9. Draai de zaagbladmoeren vast.
Werking
6. Controleer of het trillingdempingssysteem correct
werkt en niet beschadigd is.
7. Controleer of de geluiddemper correct is
aangebracht en niet beschadigd is.
8. Controleer of alle onderdelen van het product correct
zijn aangebracht en niet beschadigd zijn of
ontbreken.
9. Controleer of de kettingvanger correct is
aangebracht.
10. Controleer de spanning van de zaagketting. (Fig. 36)
Brandstof
Dit product is uitgerust met een tweetaktmotor.
OPGELET: Een verkeerde soort brandstof
kan leiden tot motorschade. Gebruik een
mengsel van benzine en tweetaktolie.
De spanning van de
WAARSCHUWING: Draag altijd
veiligheidshandschoenen wanneer u de
zaagketting monteert.
De spanning van de
143