Werking van de schakelaar
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de accu
in het gereedschap aanbrengt, of de schuifscha-
kelaar op de juiste manier schakelt en weer terug-
keert naar de uit-stand, wanneer achter op de
schuifschakelaar wordt gedrukt.
LET OP:
De schakelaar kan worden ver-
grendeld in de aan-stand ten behoeve van het
gebruikersgemak bij langdurig gebruik. Wees
extra voorzichtig wanneer u de schakelaar in de
aan-stand vergrendelt en houd het gereedschap
altijd stevig vast.
Om het gereedschap in te schakelen, schuift u de
schuifschakelaar naar de stand "I" (aan) door tegen
de achterkant van de schuifschakelaar te duwen.
Om het gereedschap continu te laten werken, drukt u
op de voorkant van de schuifschakelaar om deze te
vergrendelen.
Om het gereedschap te stoppen, drukt u op de achter-
kant van de schuifschakelaar en schuift u die naar de
stand "O" (uit).
► Fig.4: 1. Schuifschakelaar
Beveiliging tegen onopzettelijk
herstarten
Zelfs als de accu in het gereedschap is aangebracht
terwijl de schuifschakelaar in de stand "I" (aan) staat,
start het gereedschap niet.
Om het gereedschap te starten schuift u de schuifscha-
kelaar eerst naar de stand "O" (uit) en vervolgens naar
de stand "I" (aan).
Elektronische koppelregelfunctie
Het gereedschap detecteert elektronisch situaties
waarin de schijf of het accessoire gevaar loopt om vast
te lopen. In deze situatie wordt het gereedschap auto-
matisch uitgeschakeld om verder ronddraaien van de
as te voorkomen (het voorkomt niet terugslag).
Om het gereedschap te starten, schakelt u eerst het
gereedschap uit, heft u de oorzaak van de plotselinge
afname van het toerental op, en schakelt u daarna het
gereedschap weer in.
Zachte-startfunctie
De zachte-startfunctie voorkomt abrupt schoksgewijs
inschakelen.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens de functies op het gereedschap af te
stellen of te controleren.
De zijhandgreep (handvat) monteren
LET OP:
Controleer altijd voor gebruik of de
zijhandgreep stevig vastzit.
Draai de zijhandgreep vast op het gereedschap in een
van de standen aangegeven in de afbeelding.
► Fig.5
De beschermkap aanbrengen of
verwijderen
WAARSCHUWING:
met een verzonken middengat, lamellenschijf,
flexischijf of schijfvormige draadborstel moet de
beschermkap zodanig op het gereedschap wor-
den gemonteerd dat de gesloten zijde van de kap
altijd naar de gebruiker is gekeerd.
WAARSCHUWING:
schijf of diamantschijf gebruikt, moet u altijd een
beschermkap gebruiken die speciaal ontworpen
is voor gebruik met doorslijpschijven.
(In sommige Europese landen kan bij gebruik van
een diamantschijf de normale beschermkap worden
gebruikt. Houd u aan de regelgeving in uw land.)
Voor schijf met een verzonken
middengat, lamellenschijf, flexischijf,
schijfvormige draadborstel/
doorslijpschijf, diamantschijf
Terwijl u de vergrendelhendel ingedrukt houdt, brengt
u de beschermkap aan met de uitsteeksels op de
beschermkap uitgelijnd met de inkepingen in het lager-
huis, en roteert u vervolgens de beschermkap totdat de
beschermkap op zijn plaats wordt vergrendeld.
► Fig.6: 1. Vergrendelhendel 2. Inkeping
3. Uitsteeksel
Om de beschermkap te verwijderen, volgt u de proce-
dure voor het aanbrengen in de omgekeerde volgorde.
De hoek van de beschermkap
aanpassen
WAARSCHUWING:
beschermkap goed vergrendeld wordt door de
vergrendelhendel in een van de gaten in de
beschermkap.
De hoek van de beschermkap kan worden veranderd
door de beschermkap te roteren en omlaag te drukken
terwijl de vergrendelhendel ingedrukt wordt gehouden.
Verander de hoek van de beschermkap overeenkom-
stig de werkzaamheden zodat de gebruiker wordt
beschermd.
► Fig.7: 1. Beschermkap 2. Gat
61 NEDERLANDS
Bij gebruik van een schijf
Wanneer u een doorslijp-
Zorg ervoor dat de