Bewaar de veiligheidsvoorschriften goed.
6. Technische gegevens
Aansluiting op het net
Motorvermogen
Bedrijfsmodus
Compressor Toerental
Drukvat Volume
Werkdruk
Theoretisch aanzuigvermo-
gen
Geluidsvermogen L
WA
Onzekerheid K
WA
Bescherming type
Gewicht van het toestel
De geluidsemissiewaarden zijn bepaald conform
EN ISO 2151.
Draag een gehoorbescherming.
Het effect van lawaai kan gehoorverlies zijn.
7. Vóór ingebruikneming
Controleer of de gegevens vermeld op het kenplaatje
overeenkomen met de gegevens van het stroomnet
alvorens het gereedschap aan te sluiten.
• Controleer het toestel op transportschade. Het
transportbedrijf dat de compressor geleverd heeft
onmiddellijk op de hoogte stellen van eventuele
schade.
• De compressor dient in de nabijheid van de ver-
bruiker te worden opgesteld.
• Lange luchtleidingen en lange toevoerleidingen
(verlengkabels) moeten worden verme- den.
• Ervoor zorgen dat de aanzuiglucht droog en stof-
vrij is.
• De compressor niet in een vochtige of natte ruim-
te opstellen.
• De compressor mag slechts in gepaste ruimten
(goed geventileerd, omgevingstemperatuur +5°C
tot 40°C) worden gebruikt. In de ruimte mogen
geen stof, zuren, dampen, explosieve of ontvlam-
bare gassen aanwezig zijn.
• De compressor is geschikt voor gebruik in dro-
ge ruimten. Hij mag niet worden gebruikt in zones
waarin met spatwater wordt gewerkt.
70 | NL
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
220-240 V~ 50 Hz
max. 1100 W
S1
2850 min
-1
ca. 24 l
ca. 8 bar
ca. 165 l/min
96 dB(A)
1,8 dB
IP20
20 kg
8. Montage en bediening
m Let op!
Voor ingebruikneming het toestel zeker volledig
monteren!
Voor de montage hebt u nodig: 2 platte open sleutels
van 17 mm (niet bij de leveringsomvang begrepen).
8.1 Montage van de wielenr (11)
• Monteer de bijgaande wielen zoals voorgesteld in
fig. 5.
8.2 Montage van de standvoet (8)
• Monteer de bijgaande standvoet zoals voorgesteld
in fig. 6
8.3 Aansluiting op het net
• De compressor is voorzien van een netkabel met
veiligheidsstekker. Deze kan worden aangesloten
op elk veiligheidsstopcontact 230 V ~ 50 Hz dat
beveiligd is door een zekering van 16 ampère.
• Alvorens het toestel in gebruik te nemen dient u er
zich van te vergewissen dat de netspanning over-
eenkomt met de bedrijfsspanning (vermeld op het
kenplaatje van het toestel).
• Lange toevoerleidingen alsook verlengkabels, ka-
beltrommels enz. leiden tot spanningsverlies en
kunnen het starten van de motor beletten.
• Bij temperaturen onder +5°C start de motor even-
tueel moeilijk ten gevolge van stroefheid.
8.4 AAN/UIT-schakelaar (fig. 2)
• Om de compressor in te schakelen trekt u de AAN/
UIT-schakelaar (15) omhoog. Voor het uitschake-
len wordt de AAN/UIT-schakelaar omlaag gedrukt.
8.5 Drukafstelling: (fig. 4)
• Met de drukregelaar (5.1) wordt de druk op de ma-
nometer (5) afgesteld.
• De afgestelde druk kan op de snelkoppeling (fig. 1/
Pos. 4) worden ontnomen.
• Op de manometer (6) wordt de keteldruk afgele-
zen.
8.6 Afstelling van de drukschakelaar
• De drukschakelaar (2) is in de fabriek afgesteld.
Inschakeldruk ca. 6 bar
Uitschakeldruk ca. 8 bar