MESURES D'ENCOMBREMENT
AVANT DE COMMENCER L'INSTALLATION, CONTRÔLER:
- si le mouvement de la porte est uniforme tout au long
de la course en évitant les frottements ou les jeux entre
les coussinets à glissement (1) et les poulies (2);
- si la structure de la porte basculante est suffisamment
robuste et si les charnières (3) sont efficaces (bascu-
lante articulée);
- si le parcours des câbles électriques est conforme
aux dispositions de commande et de sécurité (voir
Installation standard).
TYPES D'APPLICATION
a
ppLication centraLe
c
ntraLe instaLLatie
z
entraLe insataLLation
L
a procédure de montage suivante se réfère à une porte
(H
'
2,4
bascuLante à contrepoids
jusqu
à
utiLe entre Le bras de La porte et Le carter du contrepoids
'
15
,
d
au moins
mm
avec moteur monté au centre et bras
e785a.p
our Les autres types de porte
17
21
de La page
à La page
512
VOORALEER MET INSTALLEREN TE STARTEN :
Controleer of de poort manueel vlot opent en sluit. Er
mag dus niets klemmen in de geleidingsrail (1) of aan
de katrol of kabel van de tegengewichten (2)
De constructie van de poort moet stevig genoeg zijn. Bij
scharnierende poorten dient u vooral op de scharnieren
(3) zelf te letten.
De bekabeling van de motor en toebehoren moet conform
zijn aan de geldende normen.
Alle klemmende of wrijvende voorwerpen die een goede
werking van de poort tegenwerken, moeten verwijderd
worden.
1
DIVERSE TOEPASSINGEN
s
o
nderstaande werkwijze geLdt voor een binnenkanteLende poort
)
.
2.4
m
avec un espace
met max
Hoogte
15
. d
en raiL van
mm
geïnstaLLeerd met de teLescopscHe armen
,
v
voir égaLement
oor andere types poorten zie bLz
1
AFMETINGEN
2
a
ppLication LatéraLe
L
ateraLe instaLLatie
eitLicHe insataLLation
m en een minimaLe vrije ruimte tussen poortvLak
2
e motor wordt in Het midden gepLaatst en
e785a.
. 17-21.
ABMESSUNGEN
128
VOR BEGINN DER INSTALLATION MUSS KONTROLLIERT
WERDEN:
- ob die Torbewegung während der gesamten Laufzeit
gleichmäßig ausgeführt wird und ob Reibungen oder
Spielräumezwischen Gleitlagern (1) und Laufrollen (2)
auftreten;
- ob die Struktur des Schwingtors entsprechend robust
ist und die Scharniere (3) leistungsfähig sind (Gelenk-
schwingtor);
- ob die Stromkabel gemäß der Steuerungs- und Sicher-
heitsvorschriften verlegt sind (siehe Standardanlage).
3
EINSATZBEREICH
a
ppLication LatéraLe à deux moteurs
L
2
ateraLe instaLLatie met
motoren
s
eitLicHe insataLLation von zwei
i
f
m
m
oLgenden wird die
ontage eines
g
(H
2,4
)
egengewicHten
bis zu
m
bescHrieben
r
t
bare
aum zwiscHen dem
orarm und dem
g
egengewicHt muss bei zentraL angebracHtem
a
t
e785a
. 15
rm
yp
mind
mm betragen
t
:
s. 17
zu anderen
ortypen
sieHe
bis
m
otorer
s
cHwingtors mit
. d
-
er nutz
g
eHäuse vom
m
otor und
. w
H
eitere
inweise
21.