8.2 De secundaire lucht
De secundaire lucht wordt via luchtkanalen in de kachel van boven uit in de stookruimte
gebracht. Zij leidt de voorverwarmde zuurstof, die nodig is om de houtgassen volledig te
verbranden, in de stookruimte binnen en vermindert de roetvorming op het glas.
Voor het regelen van de secundaire lucht kan de volgende vuistregel gelden:
een klein vuur heeft weinig secundaire lucht nodig, een groot vuur heeft veel
secundaire lucht nodig.
Wanneer het ventiel voor de secundaire lucht te ver gesloten is, bestaat het gevaar dat de
verbrandingsgassen onvolledig verbranden (smeulend vuur) en/of dat roet afgezet wordt
op de vensters, of nog, dat de opgestapelde houtgassen explosief verbranden (met een
zachte knal ontploffen).
Let u alstublieft hierop: bij een houtvuur met te ver geopende primaire luchtafsluiter bestaat
het risico dat de kachel oververhit wordt (smidsvuur). De secundaire luchtafsluiter mag
tijdens de werking nooit volledig gesloten worden. De deur van de verbrandingsruimte en
het asvak moeten steeds goed afgesloten blijven.
b
Figuur. 4
De bedieningselementen bevinden zich onderaan rechts.
74
a
II
I
9.
Eerste ingebruikneming
De eerste ingebruikname van elke kachel gaat altijd gepaard met rook- en geurontwikkeling.
Dit is te wijten aan de verbranding van organische bestanddelen die in de deklagen van de
kachel, in de afsluitbanden en in voor de productie gebruikte smeermiddelen zitten.
Dit gebeurt wanneer de temperatuur voor het eerst wordt opgedreven en houdt zo'n 4 – 5
uur aan. Voeg om deze temperatuur te kunnen halen 25% brandstof toe bovenop de in
hoofdstuk 11 Hout bijvoegen aanbevolen hoeveelheid.
Om gezondheidsredenen mag tijdens de eerste ingebruikname niemand onnodig in de
ruimtes in kwestie aanwezig zijn. Zorg voor een goede ventilatie en open vensters en
buitendeuren. Gebruik indien nodig een ventilator om de lucht sneller te verversen.
Wanneer de maximale temperatuur bij het eerste gebruik nog niet bereikt werd, is het
mogelijk dat er zich later nog een zekere geurontwikkeling voordoet.
Tijdens het transport tot bij u thuis kan zich condensaatvocht binnenin de kachel
verzamelen. In bepaalde omstandigheden kan dit leiden tot het lekken van water uit de
kachel of de rookbuizen.
Droog in dat geval de vochtige plekken onmiddellijk af.
Het oppervlak van uw kachel wordt vóór het aanbrengen van de lak gezandstraald. Ondanks
een zorgvuldige controle kan het niet uitgesloten worden dat wat van de stalen kogeltjes die
daarvoor gebruikt worden in de kachel achterblijven. Bij de plaatsing van uw kachel kunnen
deze loskomen en uit de kachel vallen.
Om een mogelijke beschadiging te voorkomen, verzoeken wij u deze stalen kogeltjes
onmiddellijk met een stofzuiger te verwijderen.
De Granada / Kyoto mag enkel worden gebruikt met een gesloten deur; de deur van de
stookruimte mag enkel worden geopend om hout bij te vullen.