Opmerking
U kunt een USB-adapter (niet
bijgeleverd) gebruiken om het USB-
apparaat op het apparaat aan te
sluiten, als het USB-apparaat niet in de
(USB)-poort gestoken kan worden.
2
Druk herhaaldelijk op
FUNCTION om "DVD/CD" te
selecteren en laad de disc.
3
Bereid de geluidsbron voor.
Gesynchroniseerde overdracht:
Druk twee keer op om het
afspelen volledig te stoppen, als het
systeem automatisch met afspelen
begint.
Druk herhaaldelijk op PLAY MODE,
als het afspelen is gestopt, om de
gewenste afspeelmodus te
selecteren.
Opmerking
Als u start met overdragen in de
modus Afspelen in willekeurige
volgorde of Herhaaldelijk
afspelen, wijzigt de geselecteerde
afspeelmodus automatisch in
Normaal afspelen.
REC1-overdracht:
Selecteer de track of het MP3-
bestand dat u wilt overzetten en
start het afspelen.
4
Druk op REC TO USB.
"PUSH ENTER" wordt op het display
weergegeven.
36
NL
5
Druk op
.
Het overzetten start als "DO NOT
REMOVE" op het display wordt
weergegeven. Verwijder het
USB-apparaat niet totdat het
overzetten is voltooid.
Als het overzetten is voltooid, voert
het systeem het volgende uit:
Gesynchroniseerde overdracht:
De disc stopt automatisch.
REC1-overdracht:
De disc gaat verder met het
afspelen van de volgende track of
bestand.
De overdracht stoppen
Druk op .
Opmerkingen over de overdracht
U kunt geen MP3-bestanden overzetten
• •
op een UDF (Universal Disk Format)
geformatteerde disc naar het USB-
apparaat.
Tijdens de overdracht wordt er geen
• •
geluid uitgestuurd.
Informatie CD-TEXT wordt niet
• •
overgebracht naar de gemaakte MP3-
bestanden.
De overdracht stopt automatisch als:
• •
— het USB-apparaat geen geheugen
meer heeft tijdens de overdracht.
— het aantal audiobestanden en
mappen op het USB-apparaat
bereikt de grens dat het systeem kan
herkennen.
Als u een map of bestand probeert
• •
over te brengen die al onder dezelfde
naam aanwezig is op het USB-apparaat,
wordt er een volgnummer aan de naam
toegevoegd zonder de originele map of
bestand te overschrijven.
Tijdens de overdracht kunt u de
• •
volgende handelingen niet uitvoeren:
— De disc uitwerpen.
— Een track of bestand selecteren.
— Het afspelen onderbreken of een
punt op de track of het bestand
zoeken.
— De functie wijzigt.